Bengaalse textielarbeiders werken aan hongerlonen

Duizenden fabrieksarbeiders in Bangladesh eisen al maanden een hoger minimumloon. De vakbonden eisen 190 euro, maar de regering wil de lonen maar optrekken tot 105 euro. Dat is nog altijd onder de armoedegrens en veroordeelt vier miljoen arbeiders tot extreme leefomstandigheden. Ondanks massaal overwerk moeten ze leningen aangaan voor alledaagse noden, hebben ze te weinig geld voor dagelijkse maaltijden en moeten ze hun kinderen aan het werk zetten. De politie heeft de protesten met geweld neergeslagen. Vier arbeiders werden gedood en verschillende anderen raakten ernstig gewond. De politie arresteerde bovendien 94 arbeiders en 6 vakbondsleiders. Merken zoals H&M, Zara, Primark en C&A kopen kledij aan in Bangladesh, maar spreken zich niet publiek uit. Nochtans verplichten hun gedragscodes hen om een leefbaar loon te betalen aan werknemers in hun toeleveringsketen. De internationale vakbonden vragen hen daarom om in te grijpen. Zij hebben de macht om de lonen te verbeteren van de kledingarbeiders. Ook de steun voor vakbondsvrijheid in de productielanden blijkt een loze belofte. Geen enkel merk veroordeelde het geweld tegen de betogers.

www.schonekleren.be