Professor Wim Van Lancker pleit voor sociaal klimaatbeleid

Professor Wim Van Lancker heeft samen met Adeline Otto een boek geschreven dat veel lezers wellicht opzadelt met een wrang gevoel. In ‘Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden’ merken ze op dat de wereld van de bakfietsrijders ver verwijderd is van de dagelijkse realiteit van de gele hesjes. “Het is voor bakfietsers – zoals ikzelf – veel gemakkelijker om de goede ecologische keuzes te maken dan voor ‘gele hesjes’. Voor die laatsten is kiezen voor pakweg zonnepanelen, warmtepompen en elektrische wagens onbetaalbaar.”

Van Lancker geeft toe dat zijn titel provocerend is. Toch wil hij niemand met de vinger wijzen. “De verantwoordelijkheid bij het individu leggen biedt geen oplossing en helpt niemand vooruit. De verantwoordelijkheid ligt bij de politiek.”

 

“De regering moet zich behelpen met maatregelen die de energieprijzen wat drukken, maar niet de fundamentele problemen aanpakken. Zelf de energie terug in handen nemen en greep krijgen op de prijzen zit er niet in.”

 

Bubbels

“Iedereen leeft in een bubbel,” legt hij uit. “We hebben allemaal vooral contact met mensen met eenzelfde socioculturele achtergrond. Bakfietsers leven in een heel andere wereld dan gele hesjes. Ook de beleidsmakers zitten in een bubbel. Dat levert besluitvorming op die bijvoorbeeld wél bespaart in de kinderbijslag, maar niet de prijs van de dienstencheques verhoogt. Die vermindering van de kinderbijslag gaat ‘maar’ om een paar euro’s, dat kan toch geen probleem zijn? Maar de dienstecheques duurder maken zou ‘de bevolking verarmen’, argumenteren ze. Maar voor mensen met een laag inkomen maakt die besparing in het kindergeld wel degelijk een verschil. Duurdere dienstencheques zouden hen niet raken, want daar maken ze toch geen gebruik van.”

En zo haalt Van Lancker nog tal van andere voorbeelden aan – goedbedoelde maatregelen in het kader van de klimaatopwarming, maar steevast op maat van de middenklasse. “Subsidies voor zonnepanelen en warmtepompen zijn vanuit ecologisch oogpunt prima. Maar ze gaan vaak naar wie ze ook zonder subsidies zou aanschaffen. Elektrische auto’s zijn een goede zaak. Maar er wordt vooral ingezet op bedrijfswagens, dus op mensen met hogere inkomens. Tegelijk wordt het openbaar vervoer stiefmoederlijk behandeld en worden mensen met oude, vervuilende auto’s uit de stad verbannen. Op zich zijn lage-emissiezones goed, maar je treft er mensen mee die zich geen nieuwe auto kunnen veroorloven, en ook geen alternatief hebben voor hun mobiliteit. Want met het openbaar vervoer geraken ze niet op hun werk, zeker niet als ze op lastige uren werken. Ik begrijp dus goed dat de gele hesjes zich niet gehoord voelen en zich verzetten. Het beleid houdt met hen geen rekening.”

Het kan en moet beter, vindt Van Lancker. “De klimaatverandering vergt dringend ambitieuze maatregelen. Maar iedereen moet mee kunnen. Het beleid moet omstandigheden creëren die dat voor iedereen mogelijk maken. Alleen dan creëer je een draagvlak. Helaas slaagt onze welvaartstaat daar steeds minder in.”

 

“Ik begrijp goed dat de gele hesjes in opstand komen”

 

Optimist/pessimist

Van Lancker zweeft tussen pessimisme en optimisme. Hij is pessimistisch omdat de klimaatuitdagingen onze samenleving doen daveren op onze grondvesten en er nog te weinig vooruitgang is. Maar optimistisch omdat het mogelijk is om het tij te keren. “Tegen 2050 moeten we klimaatneutraal zijn. Dat is nog 25 jaar. Als ik zie wat er de voorbije 25 jaar allemaal veranderd is, dan ben ik hoopvol. Veel van wat ik nu rondom mij zie, was 25 jaar geleden volstrekt ondenkbaar. Er kan dus veel gebeuren. Maar dan moeten we er wel samen werk van maken. De politiek moet het voortouw nemen en een draagvlak creëren. Er zullen moeilijke maatregelen nodig zijn. Daar een draagvlak voor creëren doe je door beleid te voeren en je keuzes duidelijk uit te leggen. Maar ik zie bij de huidige politici weinig leiderschap en veel politiek gekrakeel.”

Het klimaatdossier is enorm. Het raakt onze samenleving op alle domeinen, weet Van Lancker. “Maar als iedereen zijn deeltje aanpakt vanuit een gemeenschappelijke visie, die ook rekening houdt met mensen aan de rafelrand van onze samenleving, kunnen we het aan. Dan is het niet één grote berg, maar vele kleine heuveltjes. Er is nood aan meer en betere sociale woningen, op vlak van mobiliteit moeten we alternatieven vinden en ondersteunen voor het autovervoer, de circulaire economie moet zorgen voor jobs, we moeten fiscaal zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, we moeten het kindergeld eerlijker verdelen… Die laatste maatregel heeft in Canada voor een halvering van de kinderarmoede gezorgd. Het kán dus,” legt Van Lancker uit. “Maar dan moeten we er wel dringend aan beginnen.”

Auteur: Jan Deceunynck | Illustraties: Davien Dierickx