Europese richtlijn garandeert goede minimumlonen

Het Europees Parlement gaf eind november met grote meerderheid groen licht voor een wettelijk kader dat een Europees minimumloon vastlegt. Nu ja, het gaat niet over één minimumloon voor alle lidstaten, maar over een ‘toereikend loon’ binnen de concrete context van de verschillende Europees lidstaten. De onderlinge verschillen zijn te groot om daar één cijfer op te kleven.

Over de berekeningswijze van dat minimumloon zal door de lidstaten nog wel wat gebakkeleid worden. Het is de bedoeling om tegen eind februari de knopen door te hakken. Het ACV pleit voor een dubbele drempel voor zo’n minimumloon: elk loon zou minstens 50% van het gemiddelde voltijds brutoloon moeten bedragen en 60% van het mediane voltijds brutoloon (de mediaan is het middelste getal in een oplopende getallenreeks). Maar een aantal lidstaten wil minder strenge spelregels en houdt liever de handen zo vrij mogelijk.

Collectieve onderhandelingen

Het voorlopige ontwerp van de Europese richtlijn benadrukt ook de belangrijke rol van de vakbonden. Het verplicht de lidstaten om de sociale partners, vakbonden en werkgevers, toe te laten collectieve onderhandelingen te voeren over de lonen. Dat is goed nieuws, want onderzoek toont aan dat lonen hoger liggen in landen waar zo’n loononderhandelingen gevoerd worden. Als het voorstel goedgekeurd wordt, zullen lidstaten waar niet minstens 80% van de werknemers beschermd worden door collectieve onderhandelingen, een actieplan moeten opstellen om dat percentage op te krikken.

Voor België lijkt deze richtlijn op het eerste zicht niet veel te veranderen. De lonen in ons land zijn niet wettelijk vastgelegd, maar het resultaat van onderhandelingen tussen de sociale partners – en daar gelden de Europese minima niet voor. Dus hoewel de Belgische minimumlonen de dubbele drempel die het ACV voorstelt niet halen, zal Europa ons land niet verplichten die minimumlonen op te trekken. En qua sociaal overleg zitten we ruim boven de drempel van 80%. België zal dus geen actieplan moeten opstellen.

Loonwet

Heeft de Europese richtlijn dan helemaal geen gevolgen voor Belgische werknemers? Toch wel. De Europese richtlijn is een steun in de rug van het vakbondsverzet tegen het regeringsbeleid van loonmatiging en tegen de loonwet, die al sinds 1996 de lonen in ons land naar beneden drukt. De richtlijn stelt namelijk formeel dat lidstaten respect moeten tonen voor collectieve loononderhandelingen. Dat doet de loonwet duidelijk niét. Die duwt werknemers in een strak keurslijf van loonmatiging.

Nog een meerwaarde van de richtlijn is dat ze de lonen optrekt in Europese lidstaten die ons nu beconcurreren met bijzonder lage lonen. Het Europese initiatief vermindert dus de neerwaartse druk op onze jobs en lonen.

Overheidsopdrachten

De richtlijn stelt ook dat de Europese lidstaten in hun lokale wetgeving moeten zorgen dat overheidsopdrachten enkel nog kunnen gegund worden aan bedrijven die sociaal overleg plegen en collectief onderhandelen met hun werknemers. Er komt ook Europees toezicht op de vooruitgang van het sociaal overleg en de evolutie van het minimumloon. Ook België zal daarover regelmatig moeten rapporteren aan Europa.

Europa geeft met de richtlijn een krachtig politiek signaal dat sociaal overleg en sociale bescherming belangrijk zijn. Dat gaat in tegen eerder Europees economisch beleid, dat veel te lang gericht was op afbraak van sociale bescherming.

Auteur: Jan Deceunynck |  Afbeelding: Adobestock