Een jaar in lockdown

Wie wil weten hoe het er tijdens de lockdown aan toe ging in een woonzorgcentrum, vindt sterke verhalen van bewoners, familieleden en personeel in het boek ‘Een jaar in lockdown’ van Bart Schoovaerts en Lies Kortleven van Megafoon vzw. Een vzw waarmee ze mensen die weinig of geen stem krijgen in onze samenleving een stem willen geven.

Na de eerste lockdown vorig jaar in juni stapten de auteurs woonzorgcentrum Vogelzang binnen. “Het aanvankelijke plan was om iets te doen met raamportretten en postkaarten met citaten,” herinnert Bart zich. “Maar al snel stelden we vast dat de verhalen die we hoorden veel te groot waren om in een citaat op een kaart weer te geven.” En zo werd het uiteindelijk een boek van 180 pagina’s, vol authentieke verhalen van mensen die aan den lijve voelden wat corona betekende in de woonzorgcentra.

Herkenbaar

De emoties in de verhalen zijn heel herkenbaar. Uit de verhalen van de bewoners blijft Bart vooral het plotse gebrek aan vrijheid bij. “Dat kwam vaak terug in de verhalen. Iedereen moest plots binnen de muren van zijn of haar kamer blijven. Alles speelde zich dààr af. Dat kwam hard aan. Een bewoner die nog een eigen autootje had waarmee hij nog dagelijks uitstapjes maakte, moest plots op zijn kamer blijven. Contact met de familie werd voor alle bewoners plots herleid tot een telefoontje of in het beste geval een gesprek via de tablet. Een groepje van zeven bewoners die altijd in de cafetaria afspraken, konden mekaar plots niet meer zien. ‘Om te vermijden dat we sterven, wordt het ons verboden om te leven,’ vat een bewoner het in het boek samen.”

Maar toch de hebben alle getuigen in het boek begrip voor de situatie. Het moet nu eenmaal. Sommigen zien zelfs voordelen in de isolatie. “Een vrouw die besmet was maar weinig of geen symptomen vertoonde werd samen met andere zieken in de cohortafdeling opgenomen. Ze zat daar nog goed, vond ze. Want zij zat tenminste niet helemaal alleen, maar samen met een tiental anderen in een leefgemeenschap, met een vaste ploeg personeel.”

Gedrevenheid

Bij het personeel merkte Bart een enorme gedrevenheid. Zeker tijdens de eerste golf. Bij een hernieuwd bezoek tijdens de tweede golf zag hij vooral de vermoeidheid. “Er was nog altijd een grote drive om het beste van zichzelf te geven, hoor. Maar corona had er stevig ingehakt. Veel collega’s waren uitgevallen, anderen hadden lange periodes extra moeten werken of alleen de zorg dragen voor afdelingen waar ze normaal met twee stonden. Ze waren bang voor een nieuwe opflakkering of om zelf ziek te worden. Ze hadden als plaatsvervanger aan het bed gezeten van stervende bewoners die geen bezoek mochten ontvangen. Het was hard geweest. Ze waren ‘op’ maar moesten verder, voor ‘hun mensen’.”

Bart is blij dat ze een brede personeelsgroep aan het woord hebben gelaten. “Niet alleen de verpleegkundigen, maar ook alle andere personeelsgroepen bleken ongelooflijk geëngageerd. Het onderhoudspersoneel had zelf mondmaskers gemaakt. En om zoveel mogelijk menselijkheid in hun job te leggen, hadden ze voor zichzelf grappige maskers gemaakt met vriendelijke gezichtjes. Ook zij spraken heel liefdevol over de bewoners. En ook zij hebben ongelooflijke prestaties geleverd. Elke schakel is belangrijk en verdient respect. Tijdens de lockdown hebben alle medewerkers heel hard genoten van het applaus voor de zorg, van de bakker die lekkernijen bezorgde, van de boer die asperges bracht. Ze hopen vooral dat er ook na corona iets van die waardering overblijft.”

Het boek heeft de ambitie meer te zijn dan een verzameling verhalen, stellen de auteurs in hun voorwoord. “We hopen dat dit boek een tijds­document kan zijn, een houvast, een megafoon voor verhalen die gehoord moeten worden. Inspirerende verhalen om van te leren en na te denken over hoe we in de samenleving met ouderen omgaan.”

 

Interesse in dit boek?
Stuur dan je naam en adres vóór 23 april naar topboek@acv-csc.be en laat ons weten dat je graag kans maakt op één van de drie exemplaren die we gratis kunnen weggeven.

Auteur: Jan Deceunynck | Beeld: Adobestock