Rechtvaardige belastingen, fata morgana onder de regering Michel?

Gat in de begroting schreeuwt om fiscale rechtvaardigheid

De sterk liberaal getinte regering van Charles Michel slaagde er niet in realistische doelstellingen voor nieuwe belastingen voorop te stellen. Vaak werd er gegoocheld met cijfers en blijken de ontvangsten in werkelijkheid sterk tegen te vallen. Nieuwe taksen werden meestal tijdens de zoveelste begrotingsnacht bedacht zonder een concreet zicht te hebben op de impact ervan. Achteraf werden ze dan met “knip- en plakwerk” juridisch verankerd. De effectentaks, het zogenaamde vlaggenschip van de fiscale rechtvaardigheid, werd in oktober 2019 getorpedeerd door het Grondwettelijk Hof en ligt ondertussen op het kerkhof van de fiscale miskleunen. We bekijken even een aantal ‘prestaties’ uit het ‘palmares’ van de regering-Michel.

Kaaimantaks

De Kaaimantaks is een belasting die juridische constructies fiscaal veel transparanter moest maken. De regering schreef de Kaaimanstaks voor 460 miljoen euro per jaar in de begroting. Niet lang geleden werd dat bedrag verhoogd tot 510 miljoen euro.

Ive RosseeKaaimantaks voor 460 miljoen euro per jaar in de begroting. Niet lang geleden werd dat bedrag verhoogd tot 510 miljoen euro.

Pas na aandringen kreeg de oppositie de cijfers over de opbrengst ervan te pakken. In het meest optimistische geval zou de opbrengst van de Kaaimantaks beperkt zijn tot 68,7 miljoen en 22,7 miljoen voor respectievelijk 2016 en 2017. In het negatiefste scenario bracht de Kaaimantaks amper 5 miljoen euro op in 2017. Opvallend is dat voormalig minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) de cijfers in de media niet ontkende. Hij zei wel dat de tegenvallende cijfers te wijten waren aan het ontradende effect van de Kaaimantaks, wat zich vertaalde in een daling van het aantal juridische constructies. Maar die uitleg is te kort door de bocht. Tot voor kort zaten er gaten in de Kaaimantaks: zo bleven uitkeringen van trusts tot september 2017 belastingvrij en werd de loophole tussenstructuren pas op dezelfde datum opgelost, wat de reële aanleiding was voor de tegenvallende opbrengen.

Dat er elders meer inkomsten werden gerealiseerd, gaf Van Overtveldt als reactie, maar toch zijn daar geen bewijzen voor. Er zijn zelfs geen recente cijfers over de opbrengst van de Kaaimantaks omdat ze gewoon niet beschikbaar zijn. De enige mogelijke oplossing om deze discussie te beslechten is om aparte codes te maken in de ‘aangifte personenbelasting’ voor inkomsten van de Kaaimantaks. Op die manier kan zwart op wit worden bewezen hoeveel de Kaaimantaks al dan niet opbrengt. Tot vandaag weigert de regering dit te doen.

Inkomsten uit roerende voorheffing

De roerende voorheffing werd de voorbije 7 jaar diverse keren verhoogd. Er is zelfs sprake van een verdubbeling, van 15 procent naar 30 procent. Verwachte opbrengst in 2018: ruim 5,2 miljard euro. Opgebracht in 2018: minder dan 4,1 miljard euro. Verschil: bijna 1,2 miljard euro.
Niet één keer, maar twee jaar op rij heeft Johan Van Overtveldt zich misrekend in de inkomsten uit roerende voorheffing. Dat bleek uit een brief van de studiedienst van de FOD Financiën aan de Hoge Raad van Financiën. Net als in 2017 gaat het om een verschil van 1,2 miljard euro. De opbrengsten uit de roerende voorheffing daalden in 2018 zelfs vergeleken met 2017, met ongeveer 200 miljoen euro.
Van Overtveldt verwijst in zijn verdediging naar de Laffercurve: als een belastingtarief wordt verhoogd, kunnen de belastinginkomsten dalen omdat teveel mensen hun gedrag bijsturen. Het feit dat de rente bovendien echt wel laag staat en ‘rentegevende beleggingsproducten’ daardoor minder aantrekkelijk zijn, zal ook wel een deel van de verklaring zijn.
Maar dit bewijst vooral dat de regering op een totaal verkeerde manier mensen met grotere vermogens laat bijdragen. Het heeft weinig tot geen nut om één aspect van de belastingen op vermogen te veranderen zonder rekening te houden met alle andere aspecten. Als de roerende voorheffing stijgt, terwijl andere kapitaalinkomsten veel minder worden belast, is het logisch dat de vermogens verschuiven.

Speculatietaks

De reeds afgeschafte speculatietaks was ‘een belasting op de speculatieve meerwaarden bij een overdracht binnen zes maanden van beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde warrants en andere beursgenoteerde financiële instrumenten gebaseerd op aandelen’. De jaarlijkse opbrengst van de nieuwe belasting werd geraamd op (amper) 34 miljoen euro.

Uiteindelijk bracht deze belasting een netto verlies van -44 miljoen euro teweeg door de daling van de inkomsten uit de beurstaks. De miskleun was te wijten aan de ontelbare ontsnappingsmogelijkheden die de taks bevatte. Beleggers pasten hun gedrag aan om deze taks te ontwijken. Beursmakelaars bleken bovendien bijzonder inventief te zijn om nieuwe producten te lanceren die niet onder het bereik van de taks vielen.

Effectentaks

De effectentaks was een taks die per 1 januari 2018 werd ingevoerd op de Belgische en buitenlandse effectenrekening(en) in handen van natuurlijke personen. Wie via een holding belegt, valt niet onder de ‘scope’ van de taks. De ‘armen’ onder de ‘rijken’ werden dus geviseerd. Geviseerde effecten zijn aandelen (al of niet beursgenoteerd), alle obligaties, warrants en fondsen. Uitgesloten zaken zijn pensioensparen en levensverzekeringen (bijvoorbeeld de tak 23-verzekering, een soort beleggingsverzekering), aandelen op naam, opties, futures en swaps. De heffing gebeurde via een jaarlijkse taks van 0,15% als het gemiddeld uitstaande bedrag (4 referentieperiodes) van een effectenrekening 500.000 euro of meer bedroeg. In dat geval kwam er een taxatie vanaf de eerste euro.

Het Grondwettelijk Hof heeft via een arrest van 17 oktober 2019 de effectentaks vernietigd, zonder terugwerkende kracht. Hallucinant is het feit dat de regering heel goed wist dat deze taks erg wankel in elkaar zat. De Raad Van State had in twee adviezen uitvoerig gewaarschuwd dat de taks discriminatoir was en het gelijkheidsbeginsel schond. Niet alle effecten op een effectenrekening vielen namelijk onder het bereik van de taks. Aandelen op naam bleven ook buiten schot. Er waren zelfs mechanismen om de taks te ontwijken, en voormalig minister Van Overtveldt deed zelfs geen moeite om dat te ontkrachten.
Het verdwijnen van de effectentaks leidt ertoe dat ons belastingsysteem (nog) een stuk onrechtvaardiger wordt. Het ACV heeft altijd gewaarschuwd dat de kritiek van de Raad Van State op het wetsvoorstel niet in de wind mocht worden geslagen. Jammer genoeg moeten we nu vaststellen dat het Grondwettelijk Hof brandhout heeft gemaakt van de taks.

Het verdwijnen van de taks heeft grote gevolgen. De taks was verondersteld jaarlijks 254 miljoen euro op te brengen, en in 2018 bracht de maatregel alvast 240 miljoen euro op. Gezien ons begrotingstekort gigantische vormen aanneemt, vindt de vakbond dat het noodzakelijk is om zo vlug mogelijk een nieuwe effectentaks in het leven te roepen die wel de toets van het Grondwettelijk Hof kan doorstaan. Zowel het advies van de Raad van State als het arrest van het Grondwettelijk Hof geven haarfijn aan hoe er moet worden bijgestuurd.
Tegenstanders van belastingen op kapitaal zouden kunnen beweren dat dit falen het ultieme bewijs is dat een belasting op kapitaal geen lang leven kan hebben. Maar die redenering is compleet foutief.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof zegt namelijk duidelijk is dat het legitiem is een taks in het leven te roepen waarbij wordt gestreefd naar fiscaal rechtvaardiger beleid door middel van een taks die uitsluitend de grote vermogens viseert. Een vermogensbelasting kan dus wel degelijk, stelt het Grondwettelijk Hof. We moeten alleen vaststellen dat zo’n taks een schietschijf wordt voor tegenstanders omdat allerhande uitzonderingen en ontwijkingsmechanismen worden ingebouwd.

Conclusie

Heel vaak waren de ramingen van de regering-Michel op drijfzand gebaseerd en bevatten ze ontelbare achterpoortjes die ertoe leidden dat de taksen op kapitaal konden worden ontweken. Sommige belastingen verdwenen even snel als ze waren gekomen, andere werden vernietigd. Het is belangrijk dat bij de introductie van nieuwe belastingen rekening wordt gehouden met het volledige belastingsysteem zoals het in België bestaat. Het volstaat niet om aan één touwtje te trekken als al het andere ongemoeid wordt gelaten.
Een hervorming van de volledige fiscaliteit zoals we die vandaag kennen dringt zich op. Duidelijke, eenvoudige, transparante belastingen kunnen ervoor zorgen dat er realistische doelstellingen worden vooropgesteld. Het gat in de begroting schreeuwt om fiscale rechtvaardigheid

Auteur: Ive Rosseel | Foto: Shutterstock