De permanente strijd voor sociale rechtvaardigheid

Luc Cortebeeck schetst rol IAO in zijn boek ‘Er is nog werk’

Jarenlang heeft Luc Cortebeeck, de gewezen voorzitter van het ACV, zich ingezet voor sociale rechtvaardigheid in de hele wereld. Met zijn boek ‘Er is nog werk’ brengt hij een eerbetoon aan de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) die haar 100-jarige bestaan viert. Universele en duurzame vrede is alleen mogelijk op basis van sociale rechtvaardigheid. Dat is het motto van de IAO.

Heel concreet buigt de organisatie zich over arbeidsvraagstukken en ijvert ze voor toezicht op het naleven van basisrechten als de vrijheid van vereniging, het verbod op dwangarbeid en het recht op collectieve onderhandelingen. De IAO promoot ook het sociaal overleg tussen overheden en sociale partners.
Dankzij zijn rol als ondervoorzitter en voorzitter van de IAO is Cortebeeck uitstekend geplaatst om de lezer mee te nemen in de dagelijkse strijd voor rechtvaardigheid die de IAO voert. Via concrete ‘cases’ krijg je een blik achter de schermen en wordt duidelijk dat de IAO géén papieren tijger is.

Betere arbeidsvoorwaarden

Of je nu een werknemer bent in België, China, België, Marokko of noem maar op, werk is voor iedereen een essentieel deel van het leven. Door hun werk hopen mensen het nodige inkomen te verdienen om zichzelf en hun familie een deftig leven te geven. Tegelijkertijd kan een job de eigenwaarde versterken en je een plaats in de gemeenschap geven. Niet iedereen krijgt de kans om waardig werk te verrichten. Extreme situaties als kinderarbeid en dwangarbeid zijn nog altijd niet uitgeroeid in de wereld. Lonen zijn niet altijd hoog genoeg. De achturendag is nog niet overal gerealiseerd. De IAO wil elk land ertoe aanzetten om menswaardige arbeidsvoorwaarden te garanderen. Een economisch beleid mag niet geënt zijn op het inleveren op arbeidsvoorwaarden.
Bij de IAO zitten afgevaardigden van 187 aangesloten landen rond de tafel om oneerlijke concurrentie via arbeidsvoorwaarden te vermijden. In tegenstelling tot andere internationale organisaties zitten in de delegaties niet alleen vertegenwoordigers van regeringen. Ook nationale vakbonden en werkgeversorganisaties zijn van de partij. Staten hebben 24 stemmen, werkgevers en vakbonden samen ook 24. Dit nodigt uit om een consensus na te streven.

‘Ups’ en ‘downs’

Met de nodige ‘ups’ en ‘downs’ zijn ze er door de jaren heen in geslaagd om via conventies en verdragen standaarden te bepalen voor hun leden. Acht zeer belangrijke normen (‘fundamentele normen’) zijn bindend voor alle lidstaten. Het gaat bijvoorbeeld over de vrijheid van vereniging, het verbod op kinderarbeid, het recht op collectieve onderhandelingen. Via de IAO zijn er ook 189 conventies gekomen over een brede waaier van arbeidsrechten zoals het recht op vakantie, moederschapsverlof, loon enzovoort. Een conventie is geen gedetailleerde reglementering maar een brede beginselverklaring. Elk land moet zo’n conventie door het eigen parlement laten aanvaarden (ratificeren) en omzetten in de nationale wetgeving.

Jaarlijkse conferentie

Wetgeving zonder toezicht heeft geen zin. De IAO heeft verschillende instrumenten in handen. Een belangrijk hoogtepunt is de jaarlijkse conferentie in de maand juni. Veertien dagen lang zakken 5.000 deelnemers af naar het Zwitserse Genève om daar te horen of er vooruitgang is geboekt rond het naleven van de fundamentele normen. Gedurende het jaar is er een permanent toezicht door 20 gerenommeerde toprechters en juristen; de zogenaamde commissie van experts. Op basis van hun rapport stellen werkgevers en vakbonden een lijst samen van 40 landen die fundamentele normen schenden. Daarna is het aan de regeringen om deze lijst te bekijken en becommentariëren. Achter de schermen leidt dit tot heel wat lobbywerk. Geen enkel land wil publiekelijk worden aangepakt. Uiteindelijk zijn het de twee ondervoorzitters (één uit vakbondskringen en één uit het werkgeverskamp) die de lijst reduceren tot 24 landen op basis van hoogdringendheid, vooruitgang, soorten conventies die geschonden zijn. Dit resulteert in aanbevelingen voor deze landen; de aanbevelingen kunnen bijvoorbeeld gaan over verder onderzoek, de start van een dialoog, begeleiding en ondersteuning.

Vooruitgang geboekt

“Maar wat levert dit nu allemaal op?”, zal je je afvragen. Zetten die landen echt wel stappen vooruit? Cortebeeck geeft een genuanceerd, nuchter antwoord. In landen zoals Myanmar en de Verenigde Arabische Emiraten is er door de tussenkomst van de IAO wel degelijk vooruitgang geboekt.
In Myanmar waren er rond de eeuwwisseling 800.000 werknemers die dwangarbeid deden. Na bemiddeling lukte het om met de regering afspraken te maken waardoor de gedwongen arbeid tegen 2015 moest verdwijnen. In de Emiraten zijn paardenraces belangrijk. In het verleden fungeerden kinderen vaak als jockeys op renbanen. Door IAO-bemiddeling zijn ze vervangen door robots. IAO-delegaties kregen toegang tot deze landen terwijl andere organisaties van de Verenigde naties daar niet in waren geslaagd. Deze resultaten blijven natuurlijk betrekkelijk en broos. Internationaal was er ook heel wat commotie over de behandeling van de Rohingya in Myanmar. Ook in de Emiraten liggen nog tal van andere kwesties op tafel.
Dikwijls is het een bewuste beslissing van de IAO om één heel specifiek probleem aan te kaarten in plaats van de volledige waslijst. Zo is het makkelijker om vooruitgang te boeken en in dialoog te blijven met de regering.

Kinderarbeid teruggedrongen

De IAO presteerde ook veel in de strijd tegen kinderarbeid. In 18 jaar tijd is dit perverse fenomeen afgenomen met 100 miljoen kinderen. De teller staat nu op 218 miljoen kinderen tussen de 5 en 17 jaar die aan het werk zijn in plaats van op de schoolbanken te zitten. De daling werd niet bereikt door landen aan de schandpaal te nagelen. De oplossing bestond erin om de families van kinderen een fatsoenlijk inkomen te geven. Om dit mogelijk te maken krijgen regeringen allerhande ondersteuning.
Kortom, met het nodige geduld slaagt de IAO erin met een mengeling van internationale diplomatie, sociaal overleg en politiek van betekenis te zijn voor werknemers wereldwijd. Ze is een luisterend oor voor werknemers die met extreme schendingen van rechten of vrijheden te maken hebben. Zulke werknemers zijn vaak heel dankbaar omdat ze erkenning krijgen. Tegelijkertijd geeft het hen zelfs impliciete bescherming en steun. In landen als Colombia of Guatemala is dit laatste zeer belangrijk. Dat zijn landen waar je je leven kan verliezen door op te komen voor je rechten.

Stevige uitdagingen

Wereldwijd zijn er nogal wat stevige uitdagingen als we praten over de toekomst van werk: de ecologische transitie, automatisering & digitalisering, nieuwe werkvormen, nieuwe bedrijfsmodellen. Om relevant te blijven moet de IAO antwoorden bedenken die aan de plaatselijke context kunnen worden aangepast. Terugplooien op nationale grenzen heeft géén zin in een geglobaliseerde economie. Alleen een mix van lokale en globale oplossingen voor de ruime waaier aan uitdagingen zal goed uitdraaien.
Om hiertoe een aanzet te geven heeft een internationale IAO-werkgroep 10 aanbevelingen op tafel gelegd in een uitvoerig rapport. Dit rapport stond voor het eerst op de agenda op de jaarlijkse conferentie van 2019. De aanbevelingen zijn erg uiteenlopend. Ze gaan bijvoorbeeld over het universele recht op levenslang leren, gewaarborgde en levenslange sociale bescherming, een universele arbeidsgarantie, technologie voor waardig werk geleid door mensen. Hiervoor de krijtlijnen uittekenen is ook essentieel.

Luc Cortebeeck schetst een hoopgevend verhaal over een uniek instituut. Hij toont aan dat de IAO nog altijd een belangrijke speler is om duurzame vrede voor de toekomst trachten te garanderen. Uiteraard vraagt dit een blijvende inzet van regeringen, vakbonden en werkgeversorganisaties. Rechten zijn nooit zomaar gegeven maar komen er door er hard aan te werken.

‘Er is nog werk’ (Luc Cortebeeck) is uitgegeven bij Lannoo. Ons Recht kan 5 exemplaren gratis verloten onder de lezers. Wil jij graag kans maken op een gratis exemplaar?

Stuur dan je naam en adres
communicatiedienst.acv-puls@acv-csc.be en schrijf in je e-mail dat je graag een exemplaar wil winnen.
Mail ons niet later dan 15 september 2019 aub.

 

Auteur: Annick Aerts | Foto: ACV