‘Krapte op de arbeidsmarkt’ is geen reden tot euforie

Experts wijzen op beperkingen van gevoerd beleid

Je kan in deze tijden geen krant open slaan of er staat wel een stukje in over ‘de krapte op de arbeidsmarkt’. Bedrijven verkondigen vaak dat het moeilijker is dan ooit om personeel te vinden. “Als we voortdoen zoals vandaag, zitten we tegen 2030 met een half miljoen openstaande vacatures”, verklaarde VDAB-topman Fons Leroy in januari in De Tijd. De teneur in de media verklaart mee waarom de partijen van de regering-Michel zo hevig probeerden om hun ‘arbeidsdeal’ – een akkoord om zoveel mogelijk mensen aan het werk krijgen en houden – erdoor te drukken.

Maar wie de statistieken van de VDAB bekijkt, beseft meteen dat er altijd werkzoekenden zullen zijn, zélfs wanneer alle werkaanbiedingen ingevuld raken.
Jan Haegeman is medewerker op het kabinet van minister Philippe Muyters (N-VA), de Vlaamse minister van Werk: “Het is methodologisch niet correct om het aantal niet-werkende werkzoekenden te vergelijken met het aantal openstaande vacatures op één moment”, zegt hij. “Zowel het aantal werkzoekenden als het aantal openstaande vacatures zijn voortdurend in beweging.”
Simon Keersmaekers, werkzaam bij de vormingsdienst van ACV Puls, lacht: “Dat is zoals zeggen: er is geen file want de autosnelweg is voortdurend in beweging, er zijn namelijk op- en afritten”.
Maar Haegeman gaat voort: “In het jaarverslag van de VDAB kan je lezen dat de VDAB 342.645 niet-werkende werkzoekenden onder haar hoede had in de loop van 2017, en in datzelfde jaar niet minder dan 1.567.357 werkaanbiedingen ontving. Een deel van deze vacatures zijn uitzendopdrachten en andere kortlopende opdrachten, maar niettemin geven deze cijfers al een ander beeld dan de vergelijking van het aantal werkzoekenden en vacatures op één meetmoment.”

Mist

“Wat houden die 1,5 miljoen vacatures in?”, werpt Keersmaekers op. “Stel dat het dagcontracten met enkele uren werk zijn, dan stelt die werkgelegenheid niets voor. Waarom die mist verspreiden? Het zou eerlijker zijn als men de cijfers omzet naar iets wat duidelijkheid geeft: het aantal aangeboden dagen op de arbeidsmarkt en het aantal gevraagde dagen op de arbeidsmarkt.”
Navraag bij de VDAB leert ons dat het hier gaat om minder dan 185.000 voltijdse jobs en iets meer dan 70.000 deeltijdse. Samen dus nog niet eens een kwart (!) van de 1,5 miljoen vacatures waar het kabinet van de minister mee dweepte.
Toch wilden de meerderheidspartijen door voorstellen zoals ‘de arbeidsdeal’ de situatie voor werkzoekenden een stuk onaangenamer maken. De uitkeringen zouden sneller gaan verminderen en de SWT-regels moesten worden verstrengd. En dat allemaal om de ‘mismatch’ sneller op te lossen.

Veel bereidheid om te werken

Jef Bollen, loopbaanbegeleider bij het ACV, staat met zijn voeten stevig in de praktijk. Hij ziet dagelijks de beperkingen van het gevoerde beleid: “De overgrote meerderheid van de werkzoekenden, ook de 50-plussers, zijn écht wel bereid om te gaan werken; ze hebben heel wat motivatie. Maar toch slaagt men er niet in om hen aan een job te helpen. Eén van de problemen is zeker dat de VDAB zijn opleidingen niet (genoeg) afstemt op de knelpuntberoepen.”

Ons Recht: Waar ligt dan het kalf gebonden?
Jef Bollen: “Werkgevers zoeken nog altijd graag naar de witte raaf die snel inzetbaar is. Ik ken genoeg verhalen van werkzoekenden die perfect aan een profiel voldoen en toch géén kans krijgen. En dat zie ik niet alleen bij 55-plussers.”
“Ik stel ook vast dat de mind-set bij werkgevers er niet is. Ik hoorde minister Muyters in het nieuws vertellen over 58-plussers die niet beschikbaar zouden zijn. Hij sprak harde woorden maar in realiteit willen de meesten wel degelijk weer aan het werk.”
“Met onze loopbaanbegeleiding komen we geregeld samen met groepen van werkzoekenden om ervaringen te delen. Dat zijn positieve bijeenkomsten waar tips and tricks worden uitgewisseld. We brengen daar geen klaagzang maar geven positieve stimulansen.”
“Werkzoekenden die weinig geschoold zijn, willen zich trouwens best aanpassen. Het belangrijkste obstakel zijn lichamelijke beperkingen. Deze mensen hebben ook niet altijd de kans gehad om mee te zijn met de nieuwe technieken en nieuwe technologie.”
Ons Recht: Hoe heb jij de opvolging van werkzoekenden zien evolueren?
Jef: “Alle werkzoekenden worden streng opgevolgd. Ze worden aangepord om te solliciteren of stages te doen. We zien dat er veel geld wordt uitgetrokken om hen te laten opvolgen door privépartners.”
“Als werkzoekenden niet meewerken en bijvoorbeeld een job weigeren, kan dat leiden tot een sanctie van 26 weken. Ik herinner me een recent ‘verhoor’ van zo iemand. Koen was naar verluidt ‘niet gemotiveerd’ omdat hij ‘teveel wilde verdienen’. Hij liep meteen een sanctie op: een volledige schorsing, en het verlies van zijn uitkering”.
“Ik zie het zo: als de VDAB het niet klaarspeelt om iemand via een opleiding aan werk te helpen, blijft het onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om aan deze mens een job te geven”.


Werkgevers optimistisch over jobcreatie

De werkgeversfederatie Agoria erkent in haar recente rapport ‘Shaping the future of work’ dat de digitalisering en andere factoren zullen leiden tot het verlies van tewerkstelling. Maar Agoria houdt vol dat er voor elke job die in de toekomst niet meer zal worden gevraagd, er een vraag naar 3,7 jobs zal worden gecreëerd. Of dat optimisme terecht is?
Volgens Agoria zal het aantal aangeboden jobs tegen 2030 groeien naar 5,4 miljoen. Tussen nu en 2030 zouden 235.000 jobs sneuvelen, terwijl er 864.000 jobs zouden bijkomen. Een nettowinst van 629.000 banen, zo stelt Agoria toch.
De organisatie verwacht fundamentele veranderingen voor bijvoorbeeld winkelbedienden en productieoperatoren. In de financiële sector, transport en logistiek, bouw en ICT zouden meer mensen worden gevraagd. De sterkste jobgroei wordt, toch volgens het rapport, verwacht in de gezondheidszorg, de dienstensector en het onderwijs.

Volgens Agoria moeten heel veel werkende mensen worden omgeschoold ‘naar een nieuwe, duurzame job’. Niet verrassend is dat de werkgeversorganisatie aandringt op ‘het activeren van wie niet werkt’. Agoria denkt verder dat ‘gerichte economische migratie’ kan helpen om aan de nodige werkkrachten te komen.

In Het Nieuwsblad stelde de organisatie dat er tegen 2030 zowat 13.000 verpleegkundigen voor ziekenhuizen en woonzorgcentra moeten worden gezocht in het buitenland. Maar economische migratie is zeker geen wonderoplossing. Het leidt nergens toe wanneer landen elkaar hard gaan beconcurreren om bepaalde soorten werkkrachten aan te trekken.

 

Auteur: Frederik Vermeulen | Foto: Daniël Rys