Hoezo, een roep naar méér koopzondagen?

“40% van de shoppers die van buiten Antwerpen komen ziet meer koopzondagen wel zitten. Dat blijkt uit recent onderzoek”. Zo verkondigde de regionale zender ATV eerder dit jaar. Maar meer koopzondagen organiseren is toch vooral een zaak van de handelaars zelf.

Op ATV zei de Antwerpse schepen van Economie Koen Kennis (N-VA) dat hij ‘vaststelde wat de consument wil’. “Wij gaan als stad niet bepalen wat de handelaars moeten doen”, zei Kennis. Een bizarre uitspraak voor een stadsbestuur dat zelf uitpakte met een enquête die in wezen een lans brak voor méér koopzondagen.
De schepen weet heus wel beter. Zones in steden die als ‘toeristisch centrum’ zijn erkend, genieten van afwijkingen op de wetgeving die de sluitingsuren en een wekelijkse rustdag regelt. Als een stad een dossier op tafel legt, bepaalt ze zelf tot waar een toeristische zone precies loopt en heeft ze dus veel impact op wat er gebeurt. De stad heeft niet alleen een vinger in de pap als het over openingsuren gaat; ze bepaalt ook mee welk soort winkels er komt.

Mening van personeel

Bij het debat moet ook het winkelpersoneel zijn zeg kunnen doen, want zij dragen de gevolgen als winkels minder vaak of juist vaker open zijn. Wie in de winkel staat, werkt zowat altijd op zaterdag. Op die dagen is er dan ook geen tijd voor het familiaal of sociaal leven, waardoor alleen nog maar de zondag overblijft. De impact op werknemers is enorm: wie in een grote keten werkt, kan 8 zaterdagen per jaar aanvragen, voor de kleine winkels is dat zelfs nog minder. De ratrace van het leven gaat onverminderd door. Iedereen heeft recht op 2 dagen rust per week, zeggen ook de beleidsmakers maar in de praktijk is het dikwijls wel anders.

Nogal wat winkelmedewerkers werken nog altijd in een zesdagenweek, met 1 volledige vrije dag en 2 halve dagen. Werk en privé zijn niet in evenwicht. En hele of halve rustdagen op andere momenten zijn niet hetzelfde als een vrije zondag. Als de maandag je vrije dag is, moet je vroeg uit bed om de kinderen naar school te brengen. ’s Middags is het dan weer stressen om ze op tijd op te halen. Dat geeft toch een heel ander stressgevoel.

E-commerce

Zijn meer zondagopeningen een antwoord op de e-commerce? Dat is weer zo’n fabeltje. De tijden veranderen nu eenmaal, en digitaal maakt mee deel uit van ‘het nieuwe normaal’. Klanten kunnen zich documenteren op internet en kunnen de producten fysiek komen bekijken, uitproberen of aanpassen in de winkel. Waar ze uiteindelijk iets kopen, hangt af van diverse factoren. Het is zeker niet zo dat je door meer winkelopeningen de e-commerce de wind uit de zeilen haalt.
In die context hebben overheid, winkeliers, werknemers en consumenten gemeenschappelijke belangen. “Wie bij Belgische (web)winkels bestelt, draagt eigenlijk zorg voor de eigen buurt”, stelt ondernemer Wouter Torfs. “Je creëert tewerkstelling in België en het is nog ecologisch ook. Want de pakjes moeten niet uit Duitsland of Nederland komen.”
Ecologisch verantwoord dus, en je versterkt de lokale economie, wat ook goed is voor de tewerkstelling hier en dus voor het hele maatschappelijke en sociale weefsel in België.

Auteur: Chris Van Droogenbroeck | Foto: BelgaImage