Vakbonden en werkgevers hebben in de zomer in de Nationale Arbeidsraad een akkoord bereikt dat het gebruik van opeenvolgende dagcontracten moet verminderen. “Dagcontracten leiden tot een verpletterende onzekerheid bij mensen”, zegt Mathieu Verjans, nationaal secretaris van het ACV. “Je weet nooit of en wanneer je zal werken. Je bent nooit zeker van je inkomen. En je kan niets plannen, zelfs het zoeken naar een betere baan is uiterst moeilijk want je moet altijd klaar staan.”
Het akkoord is voor het ACV een belangrijke doorbraak. “Maar uiteraard wilden wij nog véél verder gaan”, erkent Verjans.
Volgens de nieuwe cao moeten bedrijven veel beter informeren over het aantal dagcontracten. Ze moeten ook het gebruik van zulke contracten cijfermatig onderbouwen zodat de werknemersvertegenwoordigers het debat over deze praktijk beter kunnen aangaan. Als bedrijven de discussie weigeren, kunnen ze worden gedagvaard voor de arbeidsrechtbank.
In de cao staat het engagement om het aantal opeenvolgende dagcontracten met 20% te verminderen over 2 jaar, in de verhouding ten opzichte van het totale aantal uitzendcontracten. Dit komt neer op een vermindering van 800.000 dagcontracten op een totaal van 4 miljoen opeenvolgende dagcontracten (cijfers RSZ).
De cao is van kracht sinds 1 oktober 2018. De Nationale Arbeidsraad wil de resultaten van de nieuwe afspraken in 2020 evalueren.
Het ACV houdt overigens vast aan de eis om uitzendkrachten te laten stemmen bij de sociale verkiezingen in het bedrijf waar ze worden tewerkgesteld.

Auteur: Denis Bouwen | Foto: BelgaImage