Ambassadepersoneel organiseert zich almaar beter

Vakbonden boeken vooruitgang in strijd voor naleving regels

Het lokale personeel van de Spaanse ambassades, consulaten en vertegenwoordigingen overal in de wereld legde op 16 oktober 2017 massaal het werk neer. Ze reageerden daarmee op een stakingsoproep van drie Spaanse vakbonden. Zo’n 7.000 werknemers van 115 ambassades namen deel aan de actie. Ook in Brussel werd er gestaakt, met steun van de LBC-NVK en CNE. Voor het eerst werd zo’n internationale actie gehouden. En voor het eerst werd een ambassade in Brussel lamgelegd. Het zal niet de laatste keer zijn!
Stel je voor : het is zaterdagochtend, en je wil eens uitslapen. Plots krijg je telefoon: de ambassadeur wil een dagje winkelen met zijn familie en jij moet chauffeur spelen. Dat je hem vorige weekend nog naar recepties en vergaderingen hebt gereden, dat doet er niet toe. Maar je hebt een inkomen nodig, dus sta je op en ga je werken.
Of dit: je werkt er al 18 jaar maar nog altijd weigert je werkgever, een ambassade, om je correct aan te geven bij de RSZ. Ondanks diverse vragen van jou en je collega’s. De RSZ is op de hoogte gebracht maar die kan niets doen. De sociale inspectie is ingelicht maar die kan evenmin optreden. Geen ziekte-uitkering, geen pensioen, noem maar op. Dan maar naar de vakbond, en hopen dat zij wel de zaak doen bewegen.

Deze voorbeelden komen uit getuigenissen die bij de LBC-NVK binnenliepen. Het zijn geen uitzonderlijke situaties. Wel voorbeelden van courante problemen van werknemers die voor een ambassade werken maar geen diplomaat zijn.
Brussel is meer dan ooit de hoofdstad van Europa en een groot diplomatiek centrum. Je vindt er 20 Europese instanties, 42 intergouvernementele organisaties (zoals de NAVO, Unicef, de douane-unie), 185 ambassades en hun vertegenwoordigingen en 300 regionale vertegenwoordigingen en 120.000 werknemers die in deze internationale sector werken. Diplomaten bij de vleet, maar het lot van de gewone werknemers werd vergeten. En zij merken daar iedere dag de gevolgen van.

Elisa Marin Herero: “Eendracht maakt macht”

Elisa Marin Herero werkt bij de Spaanse permanente vertegenwoordiging bij de Europese Unie. Zij doet haar verhaal: “Ik deed mee aan de staking in oktober 2017. ‘Eendracht maakt macht’, is de Belgische leuze, en dat klopt ook. Bij ons zijn we massaal ingegaan op de stakingsoproep van de Spaanse vakbonden, met steun van de LBC-NVK en CNE.”

“Dankzij een goede samenwerking konden we een actie ineensteken die een succes werd. De Belgische vakbonden informeerden de media over de problemen en over het feit dat onze ambassade de Belgische wet niet naleeft. Dankzij de hulp van de vakbonden weet heel België nu wat er bij ons aan de hand is.”

Statuut: ingewikkelde situatie

De lokale werknemers vallen onder het Belgisch arbeidsrecht maar onze wetgeving is vaak niet aan deze groep aangepast. Ze werken niet in de privésector en evenmin in de publieke sector. Wel bij een overheid, maar niet bij de Belgische. Een automatische loonindexering hebben ze niet. Ze kunnen zich niet beroepen op nationale of sectorale cao’s. In de meeste ambassades zijn er alleen eenzijdig opgelegde work rules en geen onderhandeld arbeidsreglement, hoewel dat sinds 2003 verplicht is.
De wetgeving is soms wel duidelijk, bijvoorbeeld over contracten of over de aangifte aan de RSZ, maar ze wordt gewoon niet nageleefd. Werknemers worden letterlijk aan de deur gezet, hebben geen arbeidscontract, krijgen geen of een verkeerd opgestelde C4 waar de RVA zich geen raad mee weet. Ze doen véél overuren die niet worden gecompenseerd. RSZ-aangiftes worden niet gedaan. De LBC-NVK verdedigt werknemers die zijn ontslagen via WhatsApp of die op hun 65ste de bons krijgen zonder een pensioen te hebben.
Ambassadeurs zetten zich dikwijls boven de wet. Zij zijn diplomatiek onschendbaar en interpreteren van alles naar eigen goeddunken. Weinigen kennen de Belgische wetgeving maar eisen wel blinde gehoorzaamheid van de werknemers. Geen wonder dat er zoveel fout loopt! Verlof nemen als je ziek valt, niet uitzonderlijk. En zijn die werknemers niet akkoord? Dan wordt hun bureau naar het ‘kopieerkot’ verplaatst of worden ze aan de deur gezet. Voordelen worden zomaar afgepakt en een uitspraak van de rechtbank wordt meer dan eens genegeerd. Een Afrikaanse ambassade heeft 19 jaar na een veroordeling de werknemers nog altijd niet uitbetaald.

“Er komt eindelijk schot in de zaak”

“Wij werken nu al bijna 20 jaar zonder te worden aangegeven bij de RSZ”, vertelt een werknemer van een Aziatische ambassade. “We hebben hierover onze ambassadeur en de Belgische overheid herhaaldelijk aangesproken. Lang zonder enig effect. Maar nu komt er toch eindelijk wat schot in de zaak. Binnenkort worden we misschien toch eindelijk aangegeven. En dat is dan het resultaat van het werk van de LBC-NVK en CNE. Door onze samenwerking met de vakbond komt er beweging in ons dossier. Wij zijn blij met het vakbondswerk. We geloven nu dat het uiteindelijk zal lukken om het personeel te laten aangeven bij de RSZ. Ik zeg bedankt aan de vakbond!”

Commissie Goede Diensten

Al een kleine tien jaar werken de LBC-NVK en CNE samen met het lokale ambassadepersoneel. Soms lijkt het op vechten tegen de bierkaai, maar langzaam maar zeker is er wel beweging ! In 2013 werd op vraag van de intersyndicale een ‘Commissie goede diensten’ opgericht. In die Commissie overleggen de bonden, de sociale inspectie, de RSZ, de belastingdienst en het protocol maandelijks met elkaar. Daar kunnen de problemen van de werknemers worden toegelicht en behandeld, en daar worden ambassades op de vingers getikt en op hun verantwoordelijkheid gewezen. Zo wordt de realiteit meer en meer blootgelegd en kunnen we zoeken naar een oplossing zonder meteen naar de rechter te moeten stappen. Begin dit jaar maakte de federale minister van Werk, Kris Peeters, eindelijk werk van een statuut voor deze werknemers. Hopelijk is er dus binnenkort goed nieuws!
Levert het overleg niet genoeg op? Dan trekt de vakbond, samen met de werknemers, naar de rechtbank. Zo gaan we met 72 werknemers van de Spaanse ambassade naar de arbeidsrechtbank om een correcte uitbetaling van het dubbel vakantiegeld af te dwingen. Met de werknemers van een andere Europese ambassade hebben we geknokt om de indexering van de lonen te behouden, tegen de wil van de werkgever in. En we wonnen! De Amerikaanse ambassade besliste wanneer de werknemers verlof moesten nemen, dus wij naar de rechtbank. En we wonnen! De werknemers van een Aziatische ambassade worden na een strijd van 17 jaar binnenkort bij de RSZ aangegeven! De aanhouder wint.

“Moeizaam discussiëren over dubbel vakantiegeld”

“Het lokale personeel van de Spaanse ambassades in Brussel moet continu met de Spaanse overheid discussiëren om de Belgische sociale wetgeving te doen respecteren”, vertelt Elisa Marin Herero. “Kijk naar de moeizame discussie over de uitbetaling van ons dubbel vakantiegeld. De Commissie Goede Diensten heeft aan de ambassadeur de Belgische regels uitgelegd en heeft gewezen op de verplichting om het dubbel vakantiegeld uit te betalen. Na lang palaveren heeft de Spaanse overheid toen beslist om ons dubbel vakantiegeld uit te betalen. Maar tegelijkertijd werd ons maandloon aangepast zodat iedereen zijn eigen vakantiegeld betaalt!”

“Deze toestand is nog altijd niet geregeld. Onze werkgever blijft bij zijn standpunt. Met als gevolg dat we met meer dan 70 personeelsleden en met steun van de LBC-NVK en CNE naar de Brusselse arbeidsrechtbank zijn gestapt. Wij willen correct worden betaald!”

‘Intersyndicale’

Het lukt de vakbond ook om de werknemers steeds beter te organiseren. Zo werd samen met de BBTK enkele jaren geleden de ‘intersyndicale’ opgericht. In die structuur bespreken we maandelijks de realiteit en praten we over de beste strategie. Enkele keren per jaar is er een vormingsdag over de Belgische wetgeving. Zo leren werknemers hun rechten kennen en organiseren ze zich serieus. Ook daar is er dus vooruitgang.
Wil jij ook je steentje bijdragen? Praat er dan over met collega’s, familie en vrienden. Vertel hen dat werken bij een ambassade geen James Bond-verhaal is. Ambassadeurs en diplomaten hebben dan wel een mooi salaris, maar de lokale werknemer heeft geen droombaan. En ken je een werknemer van een ambassade of vertegenwoordiging, speel dan dit verhaal door! Samen kunnen we deze realiteit aanpakken!

“We hebben voorbeeldcontracten opgesteld”

“Ik werk sinds vele jaren bij een Zuid-Aziatische ambassade. Na te zijn gepest en tegengewerkt heb ik me in 2011 lid gemaakt van de intersyndicale. Vroeger stonden we er alleen voor. Er was niets georganiseerd om het personeel te helpen. Soms was onze situatie echt hopeloos.”

“Met enkele collega’s, en met steun van ACV en ABVV, hebben we toen besloten dat we iets moesten ondernemen. Zo hebben we onze eerste algemene vergadering georganiseerd. We gingen samen op zoek naar informatie en ontwikkelden onze eigen website. Door de oprichting van de Commissie Goede Diensten leerden we samen te werken met de Belgische overheid.”

“Ik zit nu al vier jaar in die Commissie, als deskundige voor CNE. We praten over concrete dossiers en zoeken via onderhandelingen naar oplossingen voor de werknemers. We hebben ook voorbeeldcontracten en een model van arbeidsreglement uitgewerkt die wel in orde zijn met de wetgeving. Nu werken we aan een overzicht van de Belgische wetgeving dat voor iedereen beschikbaar zal zijn.”

“De voorbije jaren heb ik veel bijgeleerd. Over de wetgeving, over de vakbond. Mijn belangrijkste les is dat we niet alleen staan. We werken samen in de intersyndicale, in de Commissie en waar we maar kunnen. Ik zeg merci aan de vakbondssecretarissen die zich voor ons inzetten.”

Auteur: Tom Holvoet