Textielsector in Bangladesh heeft nieuw collectief akkoord nodig

Bangladesh maakte in 2013 een grote industriële ramp mee toen het Rana Plaza-gebouw instortte. Hierbij lieten 1.100 textielwerknemers het leven en raakten er 2.500 gewond. Deze ramp leidde tot grote verontwaardiging over de onveilige werkomstandigheden waarin niet alleen deze werknemers maar iedereen in de sector moest werken. Adidas, C&A, H&M en vele andere grote merken tekenden onder druk van de publieke opinie een bindend akkoord met de vakbonden om hier iets aan te veranderen. Het historisch akkoord resulteerde in tal van veiligheidsinspecties bij meer dan 1.800 bedrijven.
79% van de gevaarlijkste werksituaties is ondertussen opgelost, wat illustreert dat actie voeren en afspraken maken enorm loont. Maar het werk is nog bijlange niet af. Daarom roepen de mondiale vakbonden UNI (distributie) en IndustriAll (industrie) alle merken op om een tweede akkoord te ondertekenen. Het huidige akkoord vervalt namelijk in mei 2018. Tot op heden hebben al 30 merken aan deze oproep gehoor gegeven. Ze verklaren zich ermee akkoord om de veiligheid van hun textielwerknemers in Bangladesh te blijven verbeteren.
Het nieuwe akkoord zal voortborduren op het eerste akkoord maar spreekt ook over enkele extra beschermingsmaatregelen voor de werknemers. Er wordt voort gestreefd naar de oprichting van een nationaal orgaan in Bangladesh dat de regels vastlegt, controle uitoefent en het werk overneemt dat nu door anderen wordt gedaan. Al dat werk gebeurt nu nog door een onafhankelijk orgaan dat er kwam dankzij centen uit het eerste akkoord. UNI en IndustriAll hoopten dat akkoord nummer twee zou worden ondertekend voor 5 oktober.