Bruto opslag van 20 euro voor werknemers uit kleinere winkels

Aparte barema’s voor jongeren verdwijnen

De vakbonden hebben voor de werknemers uit kleinere winkels – paritaire comités 201 en 202.01 – een nieuw sectorakkoord uit de wacht gesleept. Met daarin afspraken over meer koopkracht, tijdkrediet, landingsbanen en andere punten.

Volgens het nieuwe akkoord voor 2017 en 2018 krijgen de werknemers uit kleinere winkels per 1 augustus 2017 een bruto opslag van 20 euro. Voor deeltijdse werknemers is er een aangepaste verhoging. Fijn nieuws is dat bedienden in bedrijven met minder dan 20 werknemers zullen doorschuiven naar looncategorie 2 van zodra ze meer dan zes maanden in dienst zijn; dit moet gebeuren per 1 januari 2018.

En er is meer goed nieuws! Zo worden de aparte jongerenbarema’s afgeschaft. Vanaf 1 januari 2018 mogen er geen specifieke barema’s meer zijn voor jongeren onder de 21 jaar. Jongeren met een arbeidscontract dat niet gaat over studentenwerk of een leercontract zullen dus 100 procent van het sectorbarema betaald krijgen.

Ook de tegemoetkomingen voor woon-werkverkeer worden verbeterd. Vanaf 1 januari 2018 wordt de fietsvergoeding verhoogd naar 0,23 euro. En ook voor gebruikers van bus, tram of metro is er vooruitgang. Jammer genoeg niet voor wie met de trein naar het werk gaat.

Tijdkrediet

Voor het tijdkrediet zijn er ook verbeteringen. Tijdkrediet opnemen is niet meer mogelijk zonder motief, een gevolg van een keuze die de politiek spijtig genoeg maakte. Maar voor bedrijven met 20 of meer werknemers slaagden de bonden er wel in om voor tijdkrediet met motief vooruitgang te boeken: voor ‘zorgmotieven’ wordt het tijdkrediet uitgebreid tot 51 maanden. Dit kan gaan om de zorg voor een gehandicapt kind tot 21 jaar, voor een minderjarig kind dat ernstig ziek is, een kind tot 8 jaar of een gezins- of familielid dat zwaar ziek is. Het kan ook gaan om palliatieve zorg. Wie een opleiding wil volgen, kan in het beste geval 36 maanden tijdkrediet krijgen, overeenkomstig het maximum dat interprofessioneel is afgesproken.

De vakbonden kregen wel gedaan dat werknemers hun tijdkrediet – voor zorg of voor een opleiding – voltijds, halftijds of 1/5 kunnen opnemen. Niet-uitvoerend personeel kan alleen voltijds tijdkrediet opnemen; andere formules zijn alleen mogelijk als de werkgever hiermee akkoord is.

Het sectorakkoord maakt het ook mogelijk om vanaf 55 jaar in een landingsbaan te stappen, voor zover bepaalde voorwaarden zijn vervuld.

Werk je in een bedrijf met 11 tot 19 werknemers? Dan kan je maximaal 51 maanden tijdkrediet opnemen om te zorgen voor een gehandicapt kind tot 21 jaar of voor een minderjarig kind dat zwaar ziek is. Dit kan voltijds, halftijds of 1/5 worden opgenomen. Voor andere zorgmotieven kunnen de 51 maanden tijdkrediet alleen worden aangesproken in de vorm van een 1/5 vermindering. En 36 maanden lang opleiding volgen kan ook alleen op basis van een 1/5 vermindering.

Werk je in een bedrijf met maximaal 10 werknemers? Dan gelden voor tijdkrediet de mogelijkheden die er zijn voor bedrijven met 11 tot 19 werknemers, op voorwaarde dat de werkgever akkoord gaat.

SWT en kinderopvang

In het sectorakkoord staan verder afspraken over mogelijke vormen van SWT (brugpensioen) in bedrijven vanaf 5 personeelsleden. En er zijn ook nog betere afspraken over tussenkomsten voor kinderopvang: in PC 201 zal iedereen vanaf 2018 maximaal 780 euro per jaar kunnen krijgen, en ook in PC 202.01 zijn er op dit gebied verbeteringen.

Bonden en werkgevers willen in drie werkgroepen met elkaar discussiëren over arbeidskwaliteit & flexibiliteit, opleidingen en de herinschakeling van langdurig zieken.

Auteur: Chris Van Droogenbroeck | Foto: Daniël Rys