Een steun in de rug op belangrijke momenten

Sociale zekerheid zorgt voor minder zorgen

Wie verwacht is, wordt maar zelden begroet. Ik moet eerlijk zijn: ik kende de uitdrukking niet, tot Walter ze tijdens ons gesprek aanhaalde. Maar ze klopt als een bus: al te vaak vinden we dingen vanzelfsprekend die dat eigenlijk helemaal niet zijn.

Zoals de sociale zekerheid. Je terugbetaling bij de dokter. De kinderbijslag voor je kinderen. Je pensioen. Of zoals in het geval van Walter of Ilke: de uitkering tijdens je tijdelijke corona-werkloosheid of het ouderschapsverlof waardoor je je job kan combineren met wat tijd voor je kind. Stuk voor stuk dingen die je leven een stuk aangenamer maken. En die maar kunnen omdat we er samen voor kiezen.

Het maakt toch een verschil

Walter werkt al 20 jaar in een callcenter. Door de coronacrisis viel het aantal oproepen op sommige lijnen volledig of bijna volledig weg. Het werk werd dus gereorganiseerd, waardoor hij een tiental dagen tijdelijk werkloos werd. “Enkel in april en mei. De uitkering in orde brengen ging eigenlijk heel vlot. Ik was nog nooit eerder werkloos geweest. Maar ik heb online mijn aanvraag ingediend bij het ACV en het was meteen in orde. De volgende maand kreeg ik netjes mijn uitkering.”

Voor zijn werkloosheidsdagen viel Walter terug op 70% van zijn gewone loon. “Dat is 5% meer dan de normale uitkering bij tijdelijke werkloosheid. Die bedraagt maar 65%,” weet hij. “Voor mij was de uitkering voor die korte periode geen onoverkomelijk probleem. Maar ik kan mij heel goed voorstellen dat het wel een probleem kan zijn voor wie langer werkloos is. Dan maakt 5% toch wel een verschil naar mijn mening. 70% zou toch wel het minimum moeten zijn.”
Intussen is Walter terug volledig aan het werk. “Het is zelfs heel druk nu. Het callcenter waar ik werk wordt mee ingezet voor de contact­opsporing. Er is dus aardig wat extra personeel ingeschakeld. We zijn bijna verdubbeld.”

“Als burger heb je vaak niet door hoe goed er voor je gezorgd wordt. Ik ben niet lang tijdelijk werkloos geweest, maar het was toch fijn dat ik dan zonder al te veel problemen of moeite een uitkering kreeg,” legt hij uit. “Meestal sta je daar niet bij stil en vind je dat allemaal heel normaal. Maar dat is het niet. Ik ben alleszins blij dat ik hier woon en niet in Amerika. Want daar heb je zo’n vangnet niet.”

Tijd voor je kind

Ilke geniet als jonge moeder van ouderschapsverlof. “Sinds april,” legt ze uit. “Normaal zou Rune vanaf dan naar school gegaan zijn. Maar door corona werd dat september. Maar ik was dan toch één dagje vrij om bij haar te zijn.” Hoe ze anders haar job als beleggingsadviseur bij ING zou moeten combineren met de zorg voor haar dochter weet ze niet. “Mijn partner en ik zouden liever allebei voltijds werken, maar dan krijgen we de planning niet rond,” aldus Ilke. “Ik kan bij ING flexibel werken, maar ook dat heeft beperkingen. Je moet dan altijd rekening houden met de collega’s of er komt ergens een vergadering tussen. Maar met zo’n vaste dag ouderschapsverlof lukt het wél. Daar kan iedereen rekening mee houden.”
En de nodige tijd voor haar kind vind ze heel belangrijk. “Je wil je kind toch niet alleen ’s avonds zien, wanneer het stikkapot is na een lange dag? Nu ben ik er elke woensdag helemaal voor haar en leer ik Rune écht kennen.”
Daar heeft ze wel wat centjes voor over. Al blijkt dat ook wel mee te vallen. “Bovenop de uitkering, krijg ik ook van ING nog een premie. Dat heeft de vakbond hier goed onderhandeld. Zo verlies ik per maand niet zo heel veel van mijn inkomen. En dat heb ik er alleszins graag voor over.”

Binnen ongeveer 20 maanden zit het ouderschapsverlof erop. Wat dan? “Ik weet het nog niet echt. Misschien wil ik dan wel structureel deeltijds werken. Want de relatie met mijn kind gaat voor. Maar dan scheelt het financieel natuurlijk wel wat meer. Gelukkig moet ik me daar nu nog geen zorgen over maken dankzij de sociale zekerheid.”

Auteur: Jan Deceunynck | Foto Daniël Rys