700 miljoen extra voor pensioenen en uitkeringen

#wemakenhetbeter

Na het stevige werknemerssignaal van 29 maart kwam de regering tegemoet aan één van de belangrijkste eisen van de vakbonden: de onderhandelingen over de welvaartsenveloppe werden losgekoppeld van het loonoverleg. Er wordt 700 miljoen uitgetrokken om de uitkeringen op te trekken. “Dat is goed nieuws,” vindt Veerle Verleyen, adjunct-algemeen secretaris van ACV Puls.

Verleyen: Het budget van ruim 700 miljoen euro om de laagste uitkeringen welvaartsvast te houden, had al in september 2020 verdeeld moeten zijn. Maar de werkgevers weigerden daarover een akkoord af te sluiten zolang er geen afspraken waren over de lonen. Gepensioneerden, zieken, mensen met een handicap en werklozen werden zo als pasmunt gebruikt in een discussie over werkenden. Aan die praktijk is nu dankzij onze acties een eind gemaakt. Op 19 april werden de verhogingen voor onder meer de werkloosheids- en ziekte-uitkeringen, vervangingsinkomens, en minimumpensioenen, in een gemeenschappelijk advies van de sociale partners afgeklopt.

Een stevige overwinning.

Verleyen: Het is jammer dat het zo lang heeft moeten duren, maar het is goed dat er nu een akkoord is. Want heel veel mensen kunnen deze verhoging van hun pensioen of uitkering, bovenop de index, heel erg goed gebruiken.

En hoe zit het met het loonoverleg?

Verleyen: Over de stijging van de lonen is er nog geen witte rook. De maximale stijging van 0,4% blijft als een zwaard van Damocles boven de onderhandelingstafel hangen.
We blijven ons verzetten tegen het veel te krappe keurslijf waarin de loonwet ons dwingt. In ruil voor het werk dat werknemers presteren, verdienen ze voldoende koopkracht en kwaliteitsvolle jobs. De werkgevers houden vast aan de 0,4% maximale loonsopslag en hebben geen oog voor bedrijven die nochtans mooie winsten maken. Net daarom eisen wij een indicatieve loonnorm. In de mate dat de sociale partners voor eind april een akkoord vinden, wil de regering de nodige souplesse aan de dag leggen in sectoren die de 0,4% willen ‘oprekken’, liet ze weten.

Maar de onderhandelingen gaan niet enkel over loon. Er staat nog meer op de agenda.

Verleyen: Inderdaad. Heel wat mensen kijken reikhalzend uit naar betere afspraken over telewerk, de combinatie werk-privé, mobiliteit, opleiding… En ook eindeloopbaanregelingen. Heel wat SWT-regelingen en landingsbanen lopen eind juni af. Toch zeggen de werkgevers nee tegen hun werknemers. Meer zelfs, ze vragen om ook de harmonisering van het aanvullend pensioen nog eens te verrekenen in de loonmarge van amper 0,4 %. Dan blijft er nog minder ruimte over voor directe loonopslag.

Hoe moet het nu verder?

Verleyen: Het sociaal overleg is terug aan zet. De sociale partners in de Groep van 10 (het overlegorgaan met de werkgevers- en werknemersverenigingen) krijgen van de regering tijd tot eind april om een sociaal akkoord te sluiten. Anders neemt de regering een beslissing.

Na het interprofessioneel overleg komt het sectoroverleg. Wat mogen we daarvan verwachten?

Verleyen: Wij geloven heel sterk in het sectoroverleg. Maar dat moet dan wel alle kansen krijgen en mag niet uitgehold worden door een oneerlijke loonwet. De onderhandelaars in de paritaire comités staan met hun beide voeten in de realiteit. Het ontbreekt hen niet aan realiteitszin. Ik ben er ook van overtuigd dat de sectoronderhandelaars wel verstandig zullen omspringen met de loongroei. Werknemers willen meer dan de 0,4%, maar ook werkgevers hebben daar baat bij. Zij weten dan hun personeel hun belangrijkste kapitaal is. En dat ze dus echt wel iets moeten doen om dat te behouden. Ook de vakbonden zijn altijd bereid om rekening te houden met de sectorale realiteit. Daarom moeten de onderhandelaars in de sectoren kunnen onderhandelen zonder al te veel overheidsinmenging. Ze zijn creatief en innovatief genoeg om oplossingen te vinden. De tegenstellingen zijn niet onoverkomelijk.

Dit is wat wij vragen:

1. Dat er een goed loonakkoord komt, d.w.z.:

• Een indicatieve loonnorm om de lonen te kunnen verhogen.

• Een substantiële verhoging van de minimumlonen en lage lonen, met name door een solidaire bijdrage van alle werkgevers.

• En ook dat er goede afspraken komen over werkbare loopbanen en over het einde van die loopbaan (landingsbanen, SWT).

2. Dat de foute en onrechtvaardige loonnormwet wordt aangepast.

Deze wet verbiedt om rekening te houden met alle voordelen, kortingen en subsidies die werkgevers krijgen. Het resultaat zijn cijfers die getrukeerd zijn. Het is als een thermometer die niet juist meet. En hij legt een te strak kader op aan de onderhandelaars in de sectoren en de bedrijven.

Lees alles details over het bereikte akkoord over de uitkeringen op www.hetacv.be

Auteur: Jan Deceunynck | Foto: Adobestock