Praktijktesten zijn de flitspalen van de discriminatiewet

De wet is streng, maar de pakkans gering

De kans van hooggeschoolde allochtonen op een job is 7 keer kleiner dan die van autochtonen. Bij laaggeschoolden is de kans zelfs 35 keer kleiner. Met die cijfers is er voor Fouad Gandoul geen twijfel mogelijk. “Het probleem is zo acuut dat praktijktesten een noodzakelijke koevoet zijn om de arbeidsmarkt open te breken voor allochtonen. Discriminatie is strafbaar, alleen is die wet in de praktijk dode letter.” Tijd dus om de pakkans te vergroten. “Zonder flitspalen is de pakkans op de snelweg toch ook veel kleiner?”

Gandoul werkt als fiscaal expert bij het ACV. Maar mogelijk ben je zijn naam al tegengekomen in de media als politoloog of expert in migratiedossiers. Kranten- en tv-redacties weten de ACV’er geregeld te vinden als het gaat over racisme en discriminatie.

Dat de regering in juni besliste om toch weer géén praktijktesten in te voeren zit hem hoog. “Ze gaan nu nog eens opnieuw uitzoeken in welke sectoren er problemen zijn en wat de sociale partners daar kunnen doen om die problemen op te lossen. Excuseer, maar dat hebben ze de voorbije decennia al herhaaldelijk gedaan. Nu schuift de regering de hete appel dus nog eens door en zijn we straks weer 5 jaar verder zonder dat er iets verandert. De sociale partners kunnen hier niks aan doen. Er is nood aan een kader van hogerhand. Maar dat komt er dus alweer niet. Ja, er is een racismewet. Die is zelfs erg streng. Maar de bewijslast maakt het meestal onmogelijk om die strenge wet ook toe te passen.”

Diversiteit verrijkt

De sociale partners hebben uiteraard ook hun rol te spelen, weet Gandoul. Vakbonden moeten nog meer strijden tegen de giftige vooroordelen rond racisme op de werkvloer. Want uit bevragingen blijkt dat ‘een gebrek aan draagvlak op de werkvloer’ nog altijd reden nummer één is waarom werkgevers allochtonen geen kans geven. “Daar kunnen vakbonden nog sterker op inzetten: verweer tegen racistische opmerkingen van collega’s. Vakbonden moeten hun militanten en leden wapenen om daar tegenin te gaan. Niet diversiteit bedreigt onze welvaart, maar wel racisme. Dat blijkt uit studies en uit de geschiedenis. Alle grote culturen uit de geschiedenis omarmden diversiteit. De Egyptenaren, de Grieken, de Romeinen, … Ze verzamelden het beste uit alle culturen en werden succesvol.

Daarnaast moeten vakbonden in het sociale overleg het thema aankaarten en mee zoeken naar manieren om ook hier van diversiteit een succes te maken. “Ik pleit niet voor een pamperbeleid, maar wel een beleid dat drempels weghaalt waardoor diversiteit kan slagen en een meerwaarde kan betekenen. Als door aanwervingsprocedures bepaalde groepen minder geneigd zijn te solliciteren, dan mis je als bedrijf kansen. Veel werkgevers weten dat ook. Maar helaas hebben ook werkgevers en hr-diensten soms blinde vlekken. Vakbonden kunnen daar mee op toezien.”

Succes is kleurenblind

Ook werkgeversorganisaties kunnen helpen. “En dat doen ze ook. Ik zie tegenwoordig heel wat dynamiek op dat vlak bij de werkgeversfederaties als Voka, Unizo, en VBO. Ook zij werken aan een positief verhaal rond migratie. Ze wijzen erop dat succes kleurenblind is, dat diversiteit een competitief voordeel biedt, dat aandacht voor kansengroepen leidt naar hogere productiviteit, hogere dividenden en hogere beurskoersen. En dat is de taal waar ondernemers gevoelig voor zijn.”

Een belangrijke rol is ook weggelegd voor het onderwijs. “De arbeidsmarkt moet het doen met wat de scholen produceren,” legt Gandoul uit. “Nog te vaak wordt ongelijkheid gereproduceerd. Dat is zo voor autochtonen, maar zeker ook voor allochtonen. Kinderen van laagopgeleiden worden laagopgeleid. Kinderen van notarissen en dokters worden ook notaris en dokter. Uit onderzoek blijkt dat slechts 1% van de allochtonen in het ASO doorstroomt naar de universiteit. En maar 5% van de allochtonen aan de universiteit van Hasselt slaagt.” Ook daar is dus een inhaaloperatie nodig. Gandoul pleit in dat verband onder andere voor vormen van duaal leren in het ASO. “Allochtonen jongeren hebben, meer dan autochtonen, een gebrek aan sociaal-economisch netwerk. Meer praktijkervaring, ook in ASO-richtingen, helpt hen zo’n netwerk uitbouwen én creëert meer rolmodellen. Ondernemers die op zoek zijn naar talent doen er goed aan te investeren in die verbinding met het onderwijsveld. Daar vinden ze de talenten die ze nodig hebben. Autochtonen én allochtonen.”

Auteur: Jan Deceunynck | Foto: Shutterstock