Beleid rond integratie & inburgering, kiezen tussen succes of sabotage

Maatschappelijk debat laat veel te wensen over

Samenleven is een keuze. Onze politici kunnen maatregelen bedenken die de kans op succes vergroten, of keuzes maken die het samenleven saboteren. In de voorbije weken stond het thema integratie & inburgering op de agenda bij de partijen die een nieuwe Vlaamse regering willen vormen, N-VA, CD&V en Open VLD. Welke afspraken zullen zij maken, en welke bril zetten zij daarbij op?

De vraag hoe we omgaan met nieuwkomers en hoe deze mensen hun plaats kunnen vinden in België, verdient veel meer aandacht dan alleen maar een regeringsnota. Tot nu toe is er geen echt publiek debat hierover. De ideeën ontmoeten elkaar niet.
Hoe kijken we zelf naar onze buurman Hicham? Hij komt oorspronkelijk uit Syrië, maar er is geen enkele goede reden waarom hij voor eeuwig en drie dagen een ‘vreemdeling’ zou moeten blijven.
Enkele brillen die je kan opzetten om na te denken over het onderwerp.

Begrippen

Integratie of inburgering, voor de meeste mensen betekenen die twee woorden gewoon hetzelfde. Ook al lijken ze op elkaar, toch is er een belangrijk verschil: het vertrekpunt. Inburgering vertrekt vanuit de nieuwkomer: wat kan de nieuwkomer als persoon doen om een plaats te vinden tussen andere burgers? Integratie vertrekt vanuit de samenleving: wat kunnen we gezamenlijk doen om mensen op te nemen in onze samenleving?
Het is op zich niet verkeerd dat mensen van buiten de EU verplicht een programma moeten volgen, dat ze de spelregels van onze maatschappij onder de knie moeten krijgen. We mogen best een inspanning verwachten zodat nieuwkomers goed mee zijn. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de ontvangende samenleving, maar als samenleving moeten ook wij ons deel doen.
Waarom zou Hicham naar hier zijn gekomen? Eén feit staat vast: mensen verlaten hun thuis niet zonder grondige reden. Wanneer zouden wij zelf vertrekken? Als Hicham geen Nederlands of Frans kan, is babbelen met de buren niet gemakkelijk. En wat ook meespeelt, zijn vooroordelen.
Maar waarom zouden we Hicham anders behandelen dan onze andere buur, Peter? Is het zo moeilijk om ons in te beelden dat Hicham ook niets liever wil dan een goede job en een fatsoenlijke woning om in te wonen?
Inburgering: Hicham doet zijn best om Nederlands en/of Frans te leren. Integratie: wij zetten best tolken in zodat Hicham zijn weg vindt bij de diensten voor arbeidsbemiddeling zoals de VDAB, Forem of Actiris.

Sociale tolken

Mensen die een belangrijke schakel zijn om elkaar goed te begrijpen zijn tolken. Een sociaal tolk is er voor ‘sociale’ situaties. Dat zijn momenten waarbij het belangrijk is om goed te communiceren: op school om een leerstoornis uit te leggen, in een ziekenhuis om te praten over een hartaanval, bij de VDAB, Forem of Actiris om werk te vinden, bij het CAW, bij Kind en Gezin, centra voor geestelijke gezondheidszorg, de gemeentelijke ambtenaar, ga zo maar door.
Sociaal tolken zijn hard nodig om te kúnnen communiceren en dat op de juiste manier te doen. Ze slaan een brug tussen de nieuwkomer en hulpverlener. Dat maakt een sociaal tolk cruciaal en essentieel om mensen te laten functioneren in onze samenleving. Zij zijn de personen die allerlei organisaties en voorzieningen toegankelijk maken.

De tolken werken in levende lijve of via de telefoon. De vorige Vlaamse regering – die niet veel zal verschillen van de huidige – wilde dat de dienst of instelling die een professionele tolk inschakelt, daar ook voor betaalt. Maar nu zou ze erover denken om de factuur naar de nieuwkomer te sturen.
Als dat zo is, dan keren we heel ver terug in de tijd. 2/3 van de nieuwkomers heeft geen inkomen uit reguliere arbeid. Wie zal er nog een professionele tolk betalen als een kennis of kind ook enkele woorden Nederlands kan? Je kunt je al inbeelden wat voor situaties zo zullen ontstaan. Het zal hetzelfde effect hebben als wanneer je van een Jenga-toren helemaal onderaan opeens vier blokjes wegneemt.
Ook al weten we maar al te goed dat nieuwkomers de centen niet hebben, toch zouden we verwachten dat ze ook beginnen betalen voor hun opgelegde verplichte cursus, hun tolk en bijkomende boetes bij een slecht examen. Als die lijn wordt uitgetekend, dan zijn we niet aan het bouwen aan een samen-leving. Dan zijn we bezig met sabotage.


Emanciperen

Nieuwkomers moeten er ook het beste van kúnnen maken. Hoe zorg je ervoor dat Hicham met goede moed een inburgeringsprogramma volgt en Nederlands leert? Een aantal politici zou hem, zoals gezegd, willen laten betalen voor zijn ‘inburgeringstraject’. Ze zouden zelfs boetes willen opleggen als hij buist voor zijn examen Nederlands.
Maar wie denkt zo succes te kunnen boeken, is het noorden kwijt. Want het kan natuurlijk anders en beter. Als Hicham zijn best doet om een hele cursus te volgen over de Belgische samenleving, de regels, wetten, waarden en gewoontes, kunnen we hem dan niet beter belonen? Peter heeft op school meer gehad aan een bemoedigende leerkracht dan aan de slag van de richel op zijn handen.
Er bestaan belangrijke middenveldorganisaties die voortdurend bezig zijn met het wegwerken van barrières om te kunnen samenleven. Dat zijn organisaties die ook een stem kunnen geven aan migranten.
Volgens sommige politici zou de Vlaamse overheid zelfs geen subsidies meer mogen geven aan de organisaties die zich inzetten voor mensen met een bepaalde afkomst of religie. Dit idee in de praktijk brengen wil zeggen dat we de stem van nieuwkomers en mensen uit de migratie nog veel minder zullen horen. We horen ze nu al amper. Stel nu eens dat we die toer zouden opgaan: waarom zouden we dan nog subsidies geven aan andere belangenorganisaties, die het opnemen voor bepaalde bevolkingsgroepen?

Mensen kunnen sterker worden en groeien met de ondersteuning van organisaties en structuren. Organisaties die hun stem vertolken en hun belangen verdedigen. Dat geldt voor werknemers en werkzoekenden, jongeren, gepensioneerden, holebi’s, migranten, personen met een handicap, you name it. Als we niet langer investeren in die organisaties, zetten we elke emanciperende beweging een hak.

Denk aan de toekomst

We gaan onze eigen samenleving toch niet saboteren? Het klopt, subsidies voor het middenveld, professionele tolken inschakelen, inburgeringscursussen organiseren, dat kost allemaal geld. Maar dat geld brengt op. Dat heet investeren.
Investeren betekent denken aan de toekomst. Het is daarom zo belangrijk om na te denken over uitdagingen die ons te wachten staan. Een gemakkelijk voorbeeld is de werkvloer. Werkgevers hebben handen te kort en schreeuwen in de media om meer mensen. De horeca, de zorg, bedrijven met technische profielen en ingenieurs, we kunnen elk paar extra handen gebruiken. Hebben onze politici daar al eens bij stilgestaan?
Er klinken nu al stemmen die zeggen dat buitenlandse en internationale onderzoekers, ingenieurs en professoren Vlaanderen en België steeds minder aantrekkelijk vinden. Ze hebben last van de nieuwe procedures voor verblijfsvergunningen, merken rechtsonzekerheid. Willen we ook de hoogopgeleiden wegjagen?
De kosten van integratie zouden we met een andere bril kunnen bekijken, namelijk als een investering die op termijn enkel opbrengt voor de samenleving. Want wanneer mensen werken, betalen ze sociale zekerheidsbijdragen en belastingen zoals iedere Belg.

Zijn nieuwkomers ‘het probleem’?

In heel België is het nog niet zo lang verplicht voor nieuwkomers van buiten de EU om een inburgeringsprogramma te volgen (Brussel verplicht dit vanaf 2020). Eigenlijk is er dus al een systeem voor hen. Waarom moeten we ons dan zo sterk blijven blindstaren op deze groep?
Waarom buigen onze politici zich niet meer over mensen die hier al veel langer zijn? Medeburgers van de tweede, derde of vierde generatie migranten, die ouders en voorouders hebben die nooit een cursus hebben gevolgd, maar misschien wel nog altijd worden uitgesloten of te kampen hebben met vooroordelen? Een ‘vreemde’ naam hebben doet al op voorhand je kansen slinken als je wil solliciteren of een woning wil huren.
Moet het niet eerder de voornaamste uitdaging zijn om racisme en discriminatie op àlle mogelijke vlakken aan te pakken en terug te dringen? Om ons af te vragen welke inspanningen mogelijk zijn bij diegenen die worden uitgesloten én bij autochtonen? Lastige vragen waarvoor we de input van experts goed kunnen gebruiken. Maar die vragen aanpakken kan veel succes opleveren.

Kiezen

Het is een kwestie van twee keer nadenken en kiezen. Van streng zijn én vooral rechtvaardig. Van alle mensen hun plek onder de zon gunnen. Van bewust niet kiezen voor sabotage. Partijen die voor hun bestaan teren op verdeeldheid, die hebben belang bij sabotage. Maar een samenleving heeft daar niets bij te winnen.
Een trajectbegeleidster en werknemersafgevaardigde bij het Agentschap Integratie en Inburgering zegt het zo: “Laten we niet vergeten dat we met mensen bezig zijn. Mensen met een verhaal, met bagage, waar we rekening mee moeten houden om te proberen van hun integratie een succesverhaal te maken. Wij willen als eerstelijnsmedewerkers geen dossierbeheerders worden. We willen waken over de kwaliteit, de toegang tot het onderwijs, de arbeidsmarkt en culturele activiteiten. Dat is nodig. Samenhorigheid is de basis.”


Dit artikel is geschreven in september, toen het Vlaams regeerakkoord nog niet rond was. Ondertussen is dat akkoord er wel. Van de boetes is geen sprake meer. De sociaal tolken worden voor een beperkte periode toch nog aangeboden door de dienstverlener. Maar het traject dat verplicht wordt opgelegd aan nieuwkomers van buiten de Europese Unie, wordt wel betalend. Een factuur die vooral de OCMW’s zullen (moeten) betalen? Veel moet nog worden uitgeklaard, en over dit thema is zeker nog niet het laatste woord gezegd.

 

Auteur: Sofie Ostyn | Foto: BelgaImage