Brexit mag in geen geval werknemersrechten naar beneden trekken

Vakbonden houden hun hart vast

De Britse premier David Cameron beloofde in 2015 – in volle verkiezingsstrijd – om een referendum te organiseren over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie. Cameron legde zo de basis voor een heel chaotisch politiek schouwspel. Het idee leidde tot een campagne waarbij cynisme en bittere uitspraken de toon zetten. In vakbondskringen wordt gevreesd voor kwalijke gevolgen voor werknemers.

In de Britse pers werden de gemoederen verhit door de waarheid over de EU te verdraaien of zelfs flagrante leugens te verkopen. “De EU betaalt werkloze migranten om naar het Verenigd Koninkrijk te komen” of “De EU bant hoge hakken in kapsalons”. Geen krantenkoppen leken zot genoeg!
De uitslagen van het referendum illustreerden de grote verdeeldheid van de Britse publieke opinie. 72% van de bevolking nam deel aan het referendum: 51,89% verklaarde voorstander te zijn van de Brexit. Vooral werklozen, laaggeschoolden, autochtonen en ouderen bleken een vertrek uit de EU te wensen. Ook regionaal waren er verschillen. Schotland, Noord-Ierland en Londen zaten in het remain-kamp, elders domineerde het leave-kamp. En nog altijd is het laatste woord niet gezegd over de langetermijngevolgen die het hele debat zal hebben voor het Verenigd Koninkrijk en zijn bewoners.

Euro-sceptici

In de rest van Europa had de uitslag van referendum meteen politieke gevolgen. Euro-sceptische partijen in andere EU-lidstaten zagen hun kans schoon om voor een eigen exit te pleiten. Swexit, Nexit, Frexit, het kon allemaal niet op. Maar de Brexit-stem over het Kanaal veroorzaakte ondertussen zo’n chaos dat de grote roepers in landen als Nederland en Zweden wel gedwongen waren om een toontje lager te zingen over een exit.
De Europese en nationale politiek en de interne markt zijn zo sterk met elkaar vervlochten dat er geen simpele uitweg is. Stilaan worden ook de economische risico’s zichtbaarder. Onzekerheid en investeringen zijn twee woorden die niet samen gaan. Multinationals geven een voorkeur aan een stabiel politiek kader op een grotere interne markt. De beslissing om de Honda-fabriek in Swindon te sluiten is niet alleen aan de Brexit te wijten maar het verhaal speelde zeker mee.
In het hele debat kwam de stem van vakbonden minder vaak aan bod op het publieke forum. Zowel in het VK als op het Europese vasteland vrezen de vakbonden dat de effecten op de rechten van werknemers nefast zullen zijn. Al helemaal als er geen akkoord is tussen het VK en de EU. Bij een no deal-scenario zullen de chaos en de onduidelijkheid nog groter zijn. De vrees is er voor werknemers aan beide kanten van het Kanaal.

Campagne van Unite

Formeel is de grootste Britse vakbond, Unite, altijd blijven zeggen dat het land bij de EU moest blijven. Intern en bij hun leden werd die keuze niet altijd gemaakt. Unite probeert nu om de schadelijke gevolgen van de Brexit maximaal te beperken. Na het roemruchte referendum lanceerde Unite een campagne onder de slogan ‘Een Brexit op onze voorwaarden’. Die campagne gaat uit van vijf grote eisen:

1. De werknemers mogen niet de rekening betalen voor de Brexit. Het vertrek uit de EU mag niet resulteren in een zoveelste aanval op jobs en werknemersrechten;

2. Er is nood aan een ambitieuze economische strategie. De impact van de Brexit beperken kan alleen door een strategie te ontwikkelen die rekening houdt met de realiteit in alle sectoren en waarbij de overheid de nodige middelen op tafel legt;

3. De Britse openbare diensten moeten op hoog niveau blijven. Dit betekent dat er in deze openbare diensten genoeg moet worden geïnvesteerd, in een duurzaam kader;

4. Voor het vrij verkeer van goederen en diensten is het belangrijk om de toegang tot de Europese eenheidsmarkt te garanderen. Een tariefvrije import en export van producten en diensten is noodzakelijk om jobs te behouden;

5. Aan de tafel van de politiek moet ook een stoel voor de werknemers staan. Om een economische strategie te ontwikkelen moeten de miljoenen werkende mensen hun stem kunnen laten horen.

Unite beseft dat het niet gemakkelijk zal zijn om deze eisen ingevuld te krijgen. Uit analyses die zij hebben gemaakt, blijkt dit ook. Neem nu bijvoorbeeld de Europese steun die de Britten ontvangen: het Verenigd Koninkrijk geniet nu van 10,9 miljard euro structurele steun, vooral via het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Beide fondsen ondersteunen publieke diensten, sociale cohesie, tewerkstelling en ontwikkeling van achtergestelde en achtergebleven gebieden met heel wat inzet van organisaties en aannemers uit de openbare sector. Verder is er aanzienlijke steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie; dat onderzoek heeft onder meer te maken met gezondheid en geneesmiddelen. Het zijn maar enkele voorbeelden die illustreren dat de bestaande programma’s in gevaar komen als er niet onmiddellijk eigen centen op tafel komen.
Om overheidsinvesteringen mogelijk te maken vraagt Unite de oprichting van een publieke investeringsbank die ook aan KMO’s financiële steun kan verlenen. Via de invoering van een financiële transactietaks hopen ze dat commerciële investeringsbanken en ‘the City’ – het Londense hart van de financiële sector – hun bijdrage zullen leveren.

Autofabrieken

Een andere belangrijke uitdaging is er in de auto-industrie. De Britten presteren zeker niet slecht met hun autofabrieken. Sinds 2011 was er een mooie groei in die bedrijfstak. De link met de rest van Europa was daarbij wel cruciaal. Op een jaarproductie van 1,6 miljoen voertuigen in het VK wordt niet minder dan 80% uitgevoerd naar het Europese vasteland.
De Britse productielijnen behoren in grote mate tot een internationale keten. De fabrieken zijn in handen van de Amerikanen General Motors (Vauxhall) en Ford, de Duitsers Opel en BMW (Mini, Rolls-Royce), de Japanners Nissan en Toyota en het Indiase Tata Motors (Jaguar en Land Rover). Voor de grote productie over het Kanaal wordt een beroep gedaan op talloze Europese toeleveranciers die onderdelen – van bouten en zetels tot boordcomputers – aanleveren. De toeleveringsketen profiteerde tot nu toe van een vrij verkeer van goederen zonder invoer- en uitvoerkosten op de eenheidsmarkt. In de Duitse deelstaat Beieren alleen al zijn er 1.500 bedrijven die auto-onderdelen exporteren naar het VK. Alles wat die handel onder druk zet, verkleint de kans op investeringen in het VK. De handelsrelatie die de EU met het VK zal ontwikkelen, zal doorslaggevend zijn.
We mogen zeker niet vergeten dat veel rechten van werknemers op het spel staan. Ook in het VK vloeit een groot stuk van de wetgeving voort uit Europese richtlijnen. Denk aan de regels over veiligheid en gezondheid, deeltijdse tewerkstelling, anti-discriminatie, gelijk loon, moederschaps- en vaderschapsverlof, Europese ondernemingsraden en collectief ontslag. Als bepaalde regels worden aangepast of afgeschaft, heeft dat een onmiddellijk effect en leidt dat tot een lagere kostprijs van arbeid. De Europese en Britse vakbonden zullen zulke veranderingen niet aanvaarden. Het VK mag geen land worden met te lage belastingen, beperkte werknemersrechten en een offshore-economie.
Wij willen geen Europees Panama.

Gevolgen voor België

België is een buurland van het Verenigd Koninkrijk en zal dan ook ontegensprekelijk gevolgen ondervinden van de Brexit. Zeker in West-Vlaanderen zullen de gevolgen te voelen zijn. Volgens een studie van Leuvense economen zou een ‘harde Brexit’ voor België een verlies van 42.000 jobs betekenen. Voor het VK gaat het om 526.000 jobs en voor de EU in totaal om 1,2 miljoen jobs.
Volgens de brexitgroep die minister van Werk Kris Peeters oprichtte, zouden de douanekosten tot ruim 2,2 miljard euro oplopen. De Britten zouden ook hoge invoerheffingen hanteren voor bijvoorbeeld auto’s, fruitsap en textiel. Een ramp voor Belgische fabrikanten! Zulke invoertarieven zouden Belgische producten veel duurder maken over het Kanaal. Voor het Vlaamse landsdeel is het VK de op drie na grootste handelspartner. 45% van de trafiek in de haven van Zeebrugge heeft te maken met het VK – we spreken daar over 5.000 banen.
De Europese en Engelse vakbonden willen dan ook aan één zeel blijven trekken om ervoor te zorgen dat jobs, werknemersrechten en een sociaal Europa voor iedereen gegarandeerd blijven. De politieke oplossingen die zullen worden gevonden, moeten daarmee rekening houden. |

Wil je nog meer informatie? Surf naar www.unitebrexitcheck.org

Auteur: Annick Aerts | Foto: BelgaImage, Pixabay