Verleg je grenzen en verruim je perspectief

Job in het buitenland? Informeer je goed!

Werken in het buitenland is een boeiende uitdaging en absoluut het overwegen waard. Europa doet er alles aan om de mobiliteit van werknemers aan te moedigen maar toch is er elk jaar maar 0,3% van de EU-burgers dat de stap waagt en naar een andere lidstaat trekt om daar aan de slag te gaan. Er zijn zeker hindernissen maar die zijn te overbruggen. Met wat zoekwerk op internet en een beetje inzicht in een paar basisprincipes kom je al een heel eind vooruit. Zo krijg je een betere kijk op de gewoonten, de regels en de loon- en arbeidsvoorwaarden in een ander land.

In het algemeen betaal je belastingen en socialezekerheidsbijdragen in het land waar je werkt. Maar op die regel zijn er wel uitzonderingen. Bijvoorbeeld als er sprake is van grensarbeid of als de werkgever je tijdelijk naar het buitenland stuurt. In dat laatste geval ben je een gedetacheerde werknemer of ‘expatriate’.
Kiezen voor een baan binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland is het eenvoudigste, want dan is het personenverkeer vrij op vertoon van je identiteitskaart en kan je aan de slag zonder een specifieke werkvergunning. Je moet wel een verblijfsvergunning aanvragen maar dat is een formaliteit. Om een beschermd beroep uit te oefenen, waarvoor een speciaal diploma is vereist, kunnen wel specifieke regels gelden.

Werkvergunning

Werken buiten de EER is wat moeilijker omdat je dan een werkvergunning nodig hebt. Veel landen – de Verenigde Staten zijn een goed voorbeeld – houden er een strenge migratiereglementering op na en soms is de verblijfsvergunning gelinkt aan de werkvergunning. Dat wil zeggen dat je verblijfsvergunning eindigt wanneer je werkvergunning afloopt. Je doet er dan ook verstandig aan om op voorhand de plaatselijke immigratiewetgeving te kennen en de toelatingsvoorwaarden te bekijken. Sommige landen hanteren immers een ‘priority occupations list’ en laten personen met welbepaalde opleidingen gemakkelijker binnen.
Trek je in opdracht van een werkgever naar een ander land? Dan heeft die onderneming meestal een specifiek beleid ter zake. Ook daarover moet je je goed informeren.

Sociale bescherming

Behoort het land van bestemming tot de EER? Of is het een land buiten de EER waarmee België een socialezekerheidsverdrag heeft gesloten, een zogeheten verdragsland? Dan kan je voor een langere periode kiezen voor ‘detachering’ waarbij je onderworpen blijft aan de Belgische sociale zekerheid. Heel dikwijls creëert dit een sfeer van vertrouwen.
Een andere mogelijkheid is dat je in een ‘lokale tewerkstelling’ stapt waarbij je onderworpen wordt aan de sociale zekerheid van het gastland. Zoiets kan bijvoorbeeld wanneer de verwachte tewerkstelling langer dan vijf jaar zal duren. Uiteraard is het dan belangrijk om de wetgeving van het gastland te checken.
Indien nodig kan je een beroep doen op een verzekering via de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS). Zo kan je later je socialezekerheidsrechten gemakkelijk naar België overzetten. Het is ook wijs om voor je vertrek even langs te gaan bij je ziekenfonds.

Je kan ook je woning in België behouden en toch voor een buitenlandse onderneming aan de slag gaan in het buitenland (lokale tewerkstelling). De Belgische overheid zal in datgeval belastingen innen op je ‘wereldwijd inkomen’. Maar tegelijk kan het land waar je werkt ook belastingen heffen op dat inkomen dat je op zijn grondgebied hebt verdiend.Daarom sloot België met heel veel landen een dubbelbelastingverdrag af om te vermijden dat je op hetzelfde inkomen twee keer belastingen zou betalen.


“Integreren in Brussel bleek moeilijker dan gedacht”

Slavica Uzelac werd geboren in de Duitse hoofdstad Berlijn. Ze werkt bij Eurocadres, de Europese vakbondskoepel voor kaderleden. “De roots van mijn familie liggen in de Balkan”, vertelt Slavica. “Als je naar een ander land verhuist, verwacht de samenleving daar dat je je integreert. Maar dat is niet zo makkelijk. Nog voor ik naar Brussel verhuisde, leerde ik al heel wat over ‘integreren’, precies door de geschiedenis van mijn familie.”
“Ik wist eigenlijk niks over Brussel of over België. Het was een ontdekking om te zien hoeveel buitenlanders er leven in Brussel. Het kwam allemaal heel vertrouwd over. Ik vond het een plezier om aan mijn integratieproces te beginnen.”

“Toen ik naar Brussel trok, was dat eigenlijk voor mijn eerste baan. De integratie verliep moeizamer dan ik had verwacht. Wanneer ik thuis feestjes organiseerde met mijn flatgenoot, kwamen daar alleen niet-Belgen op af. In één of andere statistiek las ik dat de Belgen de grootste pendelaars zijn van heel Europa: ze werken vaak in Brussel maar wonen elders in België. Ze zijn nogal verknocht aan het dorp of de stad waar ze zijn opgegroeid, en blijven daar hangen. Mogelijk is dat één van de redenen waarom het mij niet lukte om nauwere banden te smeden met mijn Belgische collega’s; ze waren gewoonweg niet beschikbaar.”

Auteur: Jan De Paepe | Foto Adobestock