Mag je een gesprek opnemen op de werkvloer en dit gebruiken als bewijs?

Soms wordt de rechtsgeldigheid van het gebruik van een geluidsopname als bewijs in twijfel getrokken.

Maar je kan denken aan sommige situaties waarin het echter héél moeilijk is om bewijzen te vinden en waarbij de andere partij zich ervan bewust is dat hij best geen spoor achterlaat van zijn onrechtmatig handelen. In zulke omstandigheden kan een geluidsopname het enige bewijsmiddel zijn om deze toestand aan te klagen of recht te zetten. Voorbeelden van zulke situaties zijn bijvoorbeeld discriminatiezaken en situaties waarbij sprake zou kunnen zijn van grensoverschrijdend gedrag zoals seksuele intimidatie of pesterijen.
De vraag is dan ook deze: stel dat je over een (eventueel) onrechtmatig verkregen bewijs beschikt zoals een geluidsopname en dit zonder medeweten van de collega’s of de werkgever. Mag dit wel of niet als bewijs worden gebruikt?
Op 14 oktober 2003 velde het Hof van Cassatie in deze sfeer het ‘Antigoonarrest’. In dat arrest leggen de rechters uit aan welke criteria moet worden voldaan om in een strafprocedure onrechtmatig verkregen bewijs te kunnen weren uit het debat.

Volgens het Hof is het wel mogelijk om rekening te houden met onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Voorwaarde is echter dat er geen ‘op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste’ werd miskend. Ook mag het niet zijn aangetoond dat de betrouwbaarheid van het bewijs werd aangetast of dat het recht op een eerlijk proces in gedrang werd gebracht. Deze criteria worden soms doorgetrokken naar het arbeidsrecht. Zo wordt het mogelijk in arbeidsrechtelijke dossiers om onrechtmatig verkregen bewijzen onder bepaalde omstandigheden aan te wenden. Bijvoorbeeld om een reden van ontslag te bewijzen. In sommige omstandigheden zullen camerabeelden of geluidsopnames dus kunnen worden gebruikt voor de arbeidsrechtbank.
Naast de mogelijke toepassing van deze Antigoonrechtspraak, lijkt er hiernaast een belangenafweging te zijn of wordt een ‘proportionaliteitstoets’ gehanteerd.

Niet onwettig

Op zich is het niet onwettig om een gesprek op te nemen waaraan je zelf deelneemt. Ook niet als het opnemen gebeurt zonder medeweten van de andere gespreksdeelnemers.
Mag die geluidsopname dan worden gebruikt? Dat moet door de rechter worden beoordeeld aan de hand van de feitelijke gegevens uit het dossier. De rechter zal bij het vormen van zijn oordeel rekening houden met ‘de redelijke privacyverwachting’. Een criterium dat onder meer verwijst naar de inhoud van het gesprek en de omstandigheden waarin het plaatsvond.
Het is bijvoorbeeld van belang of het gaat om een gesprek in een professioneel kader dat puur zakelijk van aard en inhoud was en of er al dan niet privézaken werden besproken. Met andere woorden: had het gesprek wel of niet te maken met het privéleven van de deelnemers?
Inmenging in het privéleven kan soms ook gerechtvaardigd zijn. Meer bepaald wanneer deze inmenging in verhouding staat tot de situatie die wordt aangeklaagd.