Nieuwe regels voor tijdkrediet worden van kracht 

Zonder motief kan het niet langer

De aangepaste cao over tijdkrediet (cao 103) treedt uiterlijk op 1 april 2017 in werking. Er zijn nieuwe regels voor alle aanvragen – ook voor verlengingen – die vanaf de inwerkingtreding worden ingediend bij de werkgever. Ons Recht legt de belangrijkste veranderingen uit.

Al sinds 2015 gaf de RVA geen uitkering meer voor ‘tijdkrediet zonder motief’. Nu de aangepaste cao van kracht wordt, verdwijnt die vorm helemaal.

Voor tijdkrediet om voor iemand te zorgen kon je al sinds 2015 een uitkering krijgen gedurende 48 maanden (voordien was dat 36 maanden). Maar in de meeste gevallen kon je in de praktijk slechts 36 maanden opnemen. Volgens de aangepaste cao is tijdkrediet met een zorgmotief nu 51 maanden lang mogelijk. Het moet nog worden geregeld dat je ook 51 maanden lang een uitkering kan krijgen. Bij deze vorm van tijdkrediet kan het gaan om de zorg voor een kind dat maximaal 8 jaar oud is, palliatieve verzorging, de zorg voor een zwaar ziek gezins- of familielid, de zorg voor een kind met een handicap (tot de leeftijd van 21 jaar) en de zorg voor een minderjarig ziek kind of kind dat tot het gezin behoort.

Tijdkrediet voor een opleiding kan nog altijd 36 maanden duren. Wil je vol- of halftijds tijdkrediet voor een opleiding of voor de eerste drie zorgmotieven? Dan moet er een cao zijn in je bedrijf of sector. Voor 1/5 tijdkrediet is dat niet nodig. Als je een ernstig ziek persoon uit je gezin of familie moet verzorgen, dan moet de arts nu op het attest schrijven hoeveel tijdkrediet hiervoor aangewezen is.

Tijdkrediet blijft voltijds, halftijds of 1/5 mogelijk. Wat je in het verleden al hebt opgenomen, bepaalt wat je nog over hebt van de 51 of 36 maanden. Met thematische verloven zoals ouderschapsverlof, medische bijstand of palliatief verlof wordt geen rekening gehouden. Als je vroeger tijdkrediet zonder motief had, moet je de eerste 12 maanden voltijdse equivalenten daarvan ook niet aftrekken.

Landingsbanen

Om een halftijdse of 1/5 landingsbaan op te nemen moet je nog altijd 25 jaar in loondienst hebben gewerkt. De berekeningswijze wordt nu afgestemd op de bepalingen uit de werkloosheidsregels. De bedoeling is dat de RVA dit zelf kan nakijken zodat je geen ‘verklaring op eer’ meer moet ondertekenen.

Bij je werkgever moet je 24 maanden anciënniteit hebben, maar je kan met de baas afspreken om die periode in te korten. Als je werkgever akkoord gaat, kan je dus vanaf je indiensttreding al een landingsbaan aanvragen. In de 24 maanden voor indiensttreding moet je wel hebben gewerkt. Sommige afwezigheden worden gelijkgesteld met werk. Met de nieuwe regels zal dat ook gelden voor periodes gedekt door een opzegvergoeding of ontslagcompensatievergoeding.

Twee deeltijdse jobs

Heb je twee deeltijdse jobs bij twee werkgevers die samen minstens één voltijdse job vormen? Dan kan je voortaan ook 1/5 tijdkrediet of landingsbaan opnemen.

De oude regels voor tijdkrediet blijven gelden voor wie al met tijdkrediet is of in een landingsbaan zit op het moment dat de nieuwe regels ingaan. Tijdkrediet zonder motief verlengen is dan niet meer mogelijk. Heb je al tijdkrediet om bijvoorbeeld voor een jong kind te zorgen, dan is dat nog altijd beperkt tot 36 maanden. Wil je dat uitbreiden naar 51 maanden? Dan zal je een nieuwe aanvraag of een aanvraag tot verlenging moeten doen. |

Kijk ook op www.tijdkrediet.be

Auteur: Audrey Rottier