Hoe maken jongeren #tijdvoortijd?

Het ACV Puls-congres in november draait om ‘tijd’. Onder het motto #tijdvoortijd zoomen we in op wat dat begrip voor werknemers betekent. We legden in aanloop naar het congres ons oor alvast even te luisteren bij een aantal deelnemers van een ACV Puls-jongerenbijeenkomst. Hoe ervaren zij de strijd om tijd?

Time is happiness

“’Time is money’, zeggen ze wel eens. Maar niet voor mij.” Amina Loutfi is overtuigd. “Voor mij geldt ‘time is happiness’. Tijd voor mezelf en mijn gezin. Daar draait het toch om in het leven? Pas op, ik werk graag hoor. Ik doe mijn job als office & event assistant enorm graag en ik hou van mijn collega’s. Maar mijn gezin is nog belangrijker. Ik baken mijn werktijd dan ook heel duidelijk af. Als die erop zit, sluit ik het werk mentaal af. Geen mails meer, geen telefoontjes…”

“Ik werk ook bewust dicht bij huis. Ik heb geen zin om tijd te verliezen aan verplaatsingen. Ik wil sowieso geen tijd verspillen aan zinloze dingen. Niet op het werk, maar ook niet daarbuiten.” Ze heeft ook een broertje dood aan vergaderingen. “Die zijn veel te vaak tijdverlies. Een vergadering van maximaal twintig minuten is meestal ruim genoeg om de nodige afspraken te maken. Langer moet het niet duren. Maar dat doet het helaas meestal wel. Dan krijg ik een ‘zotte error’ in mijn hoofd”, lacht Amina.

“Corona is voor veel mensen een reset geweest. Toen ontdekten ze wat er echt toe deed. En dat is ‘tijd’. ‘Werk’ is belangrijk, maar de rest is veel belangrijker. Mijn man en mijn twee kindjes zijn voor mij alles. Na mijn bevalling ben ik ook drie jaar thuis gebleven om mijn kind te zien opgroeien. Die tijd met mijn kinderen was voor mij zo belangrijk. Daar kan geen job tegenop!”

 

“Ik wil geen tijd verspillen aan zinloze dingen”

 

Tijd is er altijd te kort

“Tijd stop nooit. Het blijft maar doorlopen,” zegt Lesley Van Der Wee ietwat filosofisch. “En er zijn maar 24 uren in een dag, dus is er altijd tijd te kort. Zeker met drie kleine kindjes,” lacht hij. Over zijn werktijd wil hij niet te veel klagen. “Die is momenteel wel oké. Sinds corona is er bij ons op het bedrijf veel ruimte voor thuiswerk. Dat maakt de work-life balance draaglijk. De pendeltijd naar mijn werk is al snel drie kwartier, dus elke dag dat ik die twee keer kan uitsparen, heb ik anderhalf uur extra voor andere dingen.”

“Daarnaast kwam er bij ons op het werk onlangs ook een systeem met arbeidsduurverkorting, de zogenaamde adv-dagen. Dat levert ons zes extra dagen vakantie per jaar op. In ruil daarvoor werken we een uurtje extra per dag.” Al hoort daar wel enige nuance bij. “Eigenlijk wordt dat uur al voor een stukje opgevangen doordat de lunchpauze met een half uurtje kan ingekort worden. Ik voel die extra werktijd per dag dus niet echt.”

Lesley is ook personeelsafgevaardigde. Dat engagement slorpt heel wat van zijn tijd op. Met zijn 34 jaar is Lesley al de ‘ancien’ van de vakbondsploeg. “Ik heb de vakbondswerking in ons bedrijf zelf opgestart. Er was wel wat voor verbetering vatbaar, vond ik. En dat is natuurlijk nog altijd zo, er is altijd wel iets dat beter kan. Maar inmiddels zijn we met vier in onze vakbondskern. Ik ben blij dat ik er niet meer alleen voor sta. Zo kunnen we de taken wat verdelen. Er blijft wel ‘tijd’ in kruipen. Maar als we iets kunnen realiseren, maakt dat het de moeite waard.”

Was ik meer een octopus!

“Tijd is er voor mij vooral altijd te weinig. Maar met een baby van elf maanden erbij is het nog erger,” ondervond Alexandra Gunst. “Ik ben altijd al redelijk chaotisch geweest, maar nu is mijn leven nog chaotischer. Ik zou soms liever een octopus zijn. Met acht armen zou ik misschien toekomen om alles te combineren. Want naast de baby en het werk wil ik ook nog tijd voor mezelf, mijn partner, mijn vakbondswerk… En om te slapen. Want ik heb intussen wel een chronisch slaaptekort opgebouwd,” lacht ze.

Alexandra werkt 36 uur per week in een callcenter. “Nét niet voltijds,” legt ze uit. “Maar het geeft me de ruimte om af en toe mentaal tot rust te komen.” Gelukkig respecteert haar werkgever die arbeidsduur. “Alles wordt netjes getimed en alle tijd wordt strikt geregistreerd. Zo werkt dat in een callcenter.”

Haar werk stopt zodra ze de deur achter zich dicht trekt. “Nu ja, soms probeer ik wel buiten mijn werkuren nog iets te lezen over digitale meters, omdat ik daar in mijn job veel mee te maken heb. En dan is ‘bij blijven’ altijd wel een goed idee om mijn werk goed te kunnen doen. Maar ik kan mijn werk toch goed van me afzetten hoor.”

Auteur: Jan Deceunynck | Afbeelding: Wouter Elsen