Loonwet komt neer op gesjoemel in het nadeel van werknemers

Wat zegt de loonwet van 1996, herzien in 2017?

De Loonwet van 1996 werd in 2017 eenzijdig herzien door de regering-Michel, onder druk van het werkgeversfront. Er kwam bovendien een ‘correctiemechanisme’ waardoor de opslag van vandaag mogelijk weer wordt ingehouden over twee jaar! De Loonwet dwingt ons om de lonen in België te vergelijken met die in de buurlanden. Maar het is subjectief wat er al niet wordt in rekening gebracht: de wet is dus vergelijkbaar met sjoemelsoftware! In Frankrijk werden overheidssubsidies voor de lonen niet meegerekend: de werkelijke, gesubsidieerde lonen lagen dus lager dan wat werd meegeteld. In ons land zette de regering ook al een rem op de loonopslag uit een vorig interprofessioneel akkoord (IPA).

 

Eeerlijik loon voor eerlijk werk: Dat eisen wij!
Hoog tijd dus voor
LOONOPSLAG!
Minder koopkracht

De regering-Michel deed de lonen dalen. Onder deze regering, die ondertussen in lopende zaken is, werden verschillende maatregelen genomen die de koopkracht verminderden. Heel wat facturen werden de afgelopen jaren fors duurder. Denk alleen al maar aan gas en elektriciteit.. Bovendien moesten werknemers een indexsprong slikken waardoor de lonen de stijging van de dagelijkse kosten niet volgden.

Je loonopslag in 2019-2020? Maximum 0,8%…

Om de twee jaar onderhandelen werkgevers- en werknemersorganisaties over een IPA over de loon- en arbeidsvoorwaarden voor alle werknemers in ons land. De eventuele stijging van de lonen is een erg belangrijk stuk van deze onderhandelingen. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) berekent voor het begin van deze onderhandelingen hoeveel de lonen in de komende twee jaar maximaal mogen stijgen. Volgens de CRB is deze loonmarge amper 0,8% voor de komende twee jaren.

 

 

Kijk naar de ‘beschikbare loonmarge’ in de opeenvolgende onderhandelingsrondes:

Met hoeveel procent loonmarge kunnen we meer kopen?

Werknemers hebben het volste recht om hun aandeel in de groei van de economie op te eisen en gelijke tred te houden met de stijging van de levensduurte. Willen we alleen al de lonen voor de komende twee jaren aanpassen aan de stijging van de levensduurte van het afgelopen jaar, dan zou er bovenop de verwachte indexaanpassing een minimale loonsverhoging moeten mogelijk zijn van 2%. Alleen dan houden we gelijke tred. Zonder 1 eurocent overschot, weliswaar.

Er komt dus maar beter wel een betekenisvolle loonsverhoging in plaats van een 0,8% –marge!


Auteur: Dominic van Oosterwyck en Veerle Verleyen | Foto: BelgaImage, Daniël Rys