Maatregelen tegen burn-out wegen te licht

Regering moet zorgen dat regels en wetten worden nageleefd

De cijfers over werkstress en burn-outs zijn erg verontrustend en ze blijven stijgen. Meer dan eens is er sprake van een ware burn-out-epidemie. De regering-Michel zette in haar Zomerakkoord maatregelen om er iets aan te doen: de invoering van ‘burn-outcoaches’ en het recht op onbereikbaarheid. Wat stellen die voor?

De Amerikaanse psycholoog Herbert Freudenberger zag hoe welzijnswerkers ten onder gingen aan hun sociale job waarin ze dag en nacht crisissen opvingen bij druggebruikers. Hij beschreef voor de eerste keer het fenomeen ‘burn-out’ in de jaren 1970. Inmiddels spreken we over een epidemie die 10 procent van de beroepsbevolking treft.
Burn-out is een energiestoornis veroorzaakt door langdurige blootstelling aan stress. De meeste slachtoffers zien een burn-out niet aankomen. Het duurt dikwijls jaren voor je helemaal bent opgebrand. Daarom kan het ook maanden tot jaren duren om er weer van verlost te geraken.
Een burn-out ontwikkelt zich zo traag dat je hem niet ziet aankomen, tot het plotseling te veel wordt: in het midden van een vergadering krijg je een huilbui, op de tram beleef je een paniekaanval, op weg naar huis krijg je plotseling een black-out of een bronchitis blijft maanden aanslepen. Het is voor iedereen anders. Daarna ben je maandenlang erg moe, is de eetlust verdwenen, ben je heel prikkelbaar, zie je niets meer zitten, hartritmestoornissen, paniekaanvallen, concentratiestoornissen, tunnelzicht, vergeetachtigheid, huilbuien, woedeaanvallen, dwangmatig internetten of tv-kijken; ook de symptomen zijn voor iedereen anders. Maar het gemeenschappelijke kenmerk is: al je energie lijkt verdwenen en het voelt aan alsof die nooit meer terugkomt.

Eigen schuld?

Vakbonden onderstrepen dat werkgevers de verantwoordelijkheid hebben om de werkstress te verminderen, terwijl de bedrijven graag zeggen dat burn-out een individueel probleem is van gevoelige mensen die te veel doen voor hun gezin en voor hun hobby’s. Er zijn duidelijk tal van factoren in het spel.
Werk is een belangrijke bron van stress, door een te hoge werkdruk, te weinig waardering, concurrentie op het werk, scherpe ‘targets’, conflicten en andere elementen. Ook de maatschappelijke druk kan een rol spelen: de zorg voor kinderen en andere familieleden die almaar meer op individuen en gezinnen terechtkomt, een druk sociaal leven, veel sporten, mee willen zijn enzovoort.
Maar ook je karakter en je persoonlijkheid spelen een rol. Werknemers met een burn-out blijken vaak erg gedreven medewerkers te zijn, met erg veel zin voor initiatief en verantwoordelijkheid. Ze leggen de lat hoog voor zichzelf en denken meer dan eens: niet klagen, altijd je best doen.
De stijging van het aantal stressklachten en burn-outs wijst op een collectief probleem. Sommige personen zijn individueel vatbaarder voor een burn-out, maar dat aantal is niet gestegen. De werkdruk is wel gestegen, een collectief probleem dus, waarvan bijna iedereen slachtoffer is. Vatbaar zijn voor een burn-out maakt je nog niet ‘schuldig’. Wie vatbaarder is voor griep, is ook niet schuldig aan die ziekte. Als een werkgever een burn-outgevoelige sollicitant aanwerft, juist wegens diens gedrevenheid en verantwoordelijkheidszin, dan moet hij ook waken over het welzijn van de nieuwkomer en voorkomen dat hij of zij opgebrand raakt.

Geen werkbaar werk

In de voorbije tien jaar groeide het aantal langdurig zieken met 50 tot 100 procent. De cijfers hierover lopen uiteen. Maar nog nooit was er zo’n sterke stijging als nu onder de regering-Michel. Een groot deel van deze zieken heeft stressklachten, zoals een burn-out of rugklachten. Volgens het sociaal secretariaat Securex verdubbelde het aantal burn-outs in een tijdsspanne van zes jaar.
Uit een studie van het onderzoeksinstituut HIVA blijkt dat één op drie werknemers permanent last heeft van stress. Uit cijfers van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor blijkt dan weer dat de helft van de werknemers geen werkbaar werk heeft en dat de situatie verslechtert. Het aantal burn-outs klimt dramatisch en werkstress is een belangrijke oorzaak, daarover zijn wetenschappers het eens.
De Wet Peeters vergrootte nog de flexibiliteit in het voordeel van de werkgevers. Ze verruimde de overurenregeling. Ironisch genoeg verwijst deze wet naar ‘wendbaar en werkbaar werk’, terwijl de werkbaarheid van het werk er juist op achteruit gaat.

Zomerakkoord

De regering-Michel pakte deze zomer uit met maatregelen om iets te doen aan de burn-outepidemie. Dat is beter voor de werknemers en bedrijven, maar ook voor de Schatkist: de bewindslieden hopen dat er minder ziekte-uitkeringen moeten worden uitbetaald.
Bedrijven met meer dan 100 werknemers moeten vanaf 2018 een burn-outcoach hebben. Het gaat vermoedelijk niet over een extra personeelslid, maar wel om een extra taak van een werknemer of om een externe deskundige waarop het bedrijf een beroep kan doen. Ook de precieze taken zijn niet duidelijk. Zal de coach ervoor zorgen dat werknemers met een burn-out zo gauw mogelijk weer aan de slag kunnen? Daarmee worden de oorzaken van een burn-out niet weggenomen. Werknemers met een burn-out individueel begeleiden is goed, maar er moet in de eerste plaats iets worden gedaan aan de werkstress, de arbeidsorganisatie en de rol van leidinggevenden zodat niemand een burn-out krijgt en de coaches overbodig worden. Er zijn collectieve, preventieve maatregelen nodig, geen symptoombestrijding.
De regering-Michel geeft ook geen details vrij over het ‘recht op onbereikbaarheid’ dat ze wil invoeren voor bedrijven met meer dan 50 werknemers. In Frankrijk bestaat dat recht al. Sommige werknemers zijn er niet langer verplicht om bereikbaar te zijn per telefoon of via e-mail. Het is een goede maatregel als hij ruim wordt toegepast, op maat van de sectoren en bedrijven. Maar er zijn veel meer maatregelen nodig om de burn-outepidemie aan te pakken. Het recht op onbereikbaarheid alléén zal niet het grote verschil maken.

Werk- en inkomensonzekerheid is één van de grote bronnen van stress

Preventie

De vorige federale regering, met Elio Di Rupo als premier, liet in het parlement een wet goedkeuren over de preventie van psychosociale risico’s op het werk. Bedrijven zijn verplicht om risico’s op burn-out en aanverwante problemen in kaart te brengen. Ze moeten die zoveel mogelijk voorkomen met behulp van collectieve maatregelen.
Afhankelijk van de oorzaak zijn andere maatregelen nodig. Als werknemers voortdurend stress ervaren omdat 20 procent van hun loon afhangt van hun prestaties, dan moet het verloningssysteem worden aangepast. Dat is ook goed voor het bedrijf zelf, want onderzoek wijst uit dat mensen beter presteren met minder stress.
De belangrijkste bron van stress is de werkdruk. En die blijft maar stijgen. De regering-Michel werkt de stijgende werkdruk in de hand door het belonen met bonussen aan te moedigen en meer overuren mogelijk te maken.
Werk- en inkomensonzekerheid is een andere grote bron van stress. De regering-Michel maakt het mogelijk om veel meer onzekere jobs te hebben. Hoe? Door het systeem van uitzendarbeid te verruimen en flexi-jobs in tal van bedrijfstakken toe te staan. Bijvoorbeeld in de horeca en de winkelsector.
Jammer maar helaas moeten we vaststellen dat de regering-Michel de gezondheid van werknemers minder belangrijk vindt dan de concurrentiekracht van bedrijven. De regering neemt een aantal maatregelen om iets te doen aan de vele burn-outs. Maar deze maatregelen zijn ondermaats en het effect ervan wordt teniet gedaan door andere maatregelen, die juist het aantal burn-outs zullen opdrijven.

De vakbond verlangt dat de regering een beleid voert dat ertoe leidt dat de wet over de preventie van psychosociale risico’s goed wordt nageleefd en dat de toepassing ervan desnoods verplicht. Als vakbond trekken we in de ondernemingen mee aan de kar om goede risicoanalyses te maken, plannen op te stellen om stress en burn-out te voorkomen en werk te maken van écht werkbaar werk in al zijn facetten.

Auteur: Sebastiaan Kok | Foto: Daniël Rys